Quem anda ao mar - Vamos Pra Lutar

Transcrição

Quem anda ao mar - Vamos Pra Lutar
Quem anda ao mar
O mar a salgar-nos a vida
E a vida sem sal
O vento a empurrar-nos a alma
Contra o temporal
Mas quando o destino foi tudo o que herdamos
Dos nossos avós
É tão pouca a sorte
O vento é tão forte
Que há-de ser de nós
De zee geeft zout aan ons leven.
En wat is het leven zonder zout.
De wind is aan het stoten tegen onze ziel.
Tegen het onweer.
Maar als onze bestemming alles was wat we erfden
van onze voorouders,
dan is ons lot zo klein.
De wind is zo sterk.
Wat moet er dan van ons geworden?
As mãos presas na corrente
O tempo apassar
O mar a gastar-nos os anos
O medo a ficar
No fundo das agues
Descansam mil màgoas do nosso sofer
A manhà clareia
A rede vem cheia
Que mais posso eu querer
Onze handen liggen vast in de stroming.
De tijd gaat voorbij.
De zee verspilt onze jaren.
De angst blijft.
In het diepst van de wateren
liggen duizenden kwellingen van ons lijden verzonken.
De morgen daagt.
Het net raakt vol.
Wat kan ik nog meer wensen?
Quem anda ao mar
Não tem dia, não tem hora
Nunca sabe quando chega
Nem quando se vai embora
Quem anda ao mar
Não tem dia, não tem hora
Nunca sabe quando chega
Nem quando se vai embora
Wie aan zee wandelt
heeft geen dag, heeft geen uur.
Nooit weet je wanneer ze aankomt
en evenmin wanneer ze gaat.
Wie aan zee wandelt
heeft geen dag, heeft geen uur.
Nooit weet je wanneer ze aankomt
en evenmin wanneer ze gaat.
Os dias são como as ondas
É o mesmo vai e vam
Omar è comoc a saudade
Não poupa ninguém
Na vazio da praia
Esvoaça uma saia
Cor negra a sofrer
Ese a calma vaga
Que a manhã me traga a alegria de o ver
De dagen zijn als de golven.
Het is hetzelfde komen en gaan.
De zee is als het heimwee.
Ze spart niemand.
In de leegte van het strand
wappert een sjaal.
Donker is de kleur van het lijden.
En als de rust zich verspreidt
Dat het morgenuur me dan de vreugde brengt dit te
kunnen zien.
Dizem que o mar também chora
E é como um marco sem ter farol
Chora p’la lua que se foi embora
Como uma louca, atràs do sol
E ás vezes as fúrias são tantas
Que não há ninguém que o possa acalmar
A não ser a alma daqueles… que anda mao mar
De mensen zeggen dat de zee ook huilt.
En dan is ze als een einder zonder vuurtoren.
Ze huilt om de maan die wegging
als een zottin, achter de wolken.
En soms zijn haar ontembare krachten zo groot
dat er niemand is die ze kan sussen.
Tenzij dan de ziel van hen… die wandelen aan de zee

Documentos relacionados

Morada do silëncio É a serenata da natureza O segredo

Morada do silëncio É a serenata da natureza O segredo Het zijn pijnen en verstomde dromen In de werkelijkheid der liefde Waar het afwachten heerst Op de ontmoeting van de Here Gods

Leia mais