Fortaleza Santa Catarina (do Cabedelo)

Transcrição

Fortaleza Santa Catarina (do Cabedelo)
Fortaleza Santa Catarina (do Cabedelo)
Sources
IAHGPE Instituto Arqueológico Histórico Geográfico de
Pernambuco Recife; Coleção José Hygino, Nótulas Diárias do
Conselho Supremo e Secreto do Brasil 1635-1654 (Dagelijkse
Notulen van den Hoogen en Secreten Raad in Brazilië); Vols. 1-7 e
10
UB Universiteit Bibliotheek Leiden ; COLLBN 051-89-066
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 46; 01-07-1639 Herckmans (Varadouro)
‘North of the western end of the island of San Bento enters the
river Gargaú, and it extends itself to the northwest and a little to
the west, seeking the land of Gargaú and today is named Rasiere,
because of the name of the owner who bought it. To the north and
over the mountains of the same engenho lies an Indian village
(aldea) also called Gargaú'.
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 2; ff.46-76
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 53; f.22
‘Het suijderfort is gansch ende geheel van ons opgemaeckt ende
het oude fortgen Santa Catarina dat te cleijn ende te becrompen
ende van wijnich defentie was, is geslicht ende dit op deselve
plaetse daer buijten omgelecht ende heeft tegen de lantsijde een
schoon bolwerck met cortijnen lopende naer de zeestrant alwaer
het aen wedersijden een half bolwerck heeft die met een tanaille
aen malcander sluijten. Is van redelijck groot begrip ende schone
hoge wallen, maer heeft oock wegen het welsant gelijck op alle
santstranden geen diepe graghten konnen hebben. Andersints is
van goede defentie. Dit fort is voor onsen tijt aenbesteet ende
genouchsaem opgemaeckt, maer bij ons meestendeel betaelt ende
heeft gekost 31 duijsent gulden.’ NA 1.05.01.01;14-01-1638; inv.no.
53 (f.22); In Paraiba opde haven ofte barra is eerstelijck op de
suijtsijde desselfs fort Margarita te lande waer is sich streckende
als een Croonwerck biedende te landewaerts een schoon
bolwercke tot aen de reviere wedersijts loopende de vleugels van
de puncten van de halve bolwercken langs de reviere totdat se
sluijten aen een baterije. Sijnde een tanaille int midden van dese
vleugels tegens de reviere wedersijts loopende dit in een schoon
ende swaer werck van treffelijcke defentie. Heeft een breede
goede diepe gracht en een sterck stacketsel rondom den barnen
ende een goet contrascarp de buijtencant van de gracht. Op dit
fort leggen veerthien metaelen stucken ende 42 Ysere te weeten
twee metaelen 24 pond daervan het een spaens. 7 metaele a 15
pond altemael spaens. Een a 12 pond 4 a 10 pond spaens alle
gemonteert. De ijsere stucken sijn 4 a 10pond, 7 a 8 pond acht a 1
pond doch van dese ijsere stucken sijn maer 23 gemonteert. Noch
een groote metaele mortier gemonteert.’
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 56; f.182; f.190
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 58; f.112
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 59; f.102
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 62; f.31; f.216 09-12-1644
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 01-02-1646; inv.no. 62 (f.31);
‘[...] Ons is noch hier den 24 december sijnde kars avont een ander
ongeval van brant over gecomen. S avont ontrent negen uijren is
in ‘t fort margarita aen een stroije hutt ontrent het magazijn van
ammunitie subitelijck een vier opgegaen twelck in een ogenblijck
tijts soo vehement is ontsteecken dat de twee derde parten van
alle de logementen in het voorz fort in brant stonden die oock
geheelijck sijn afgebrant. Bevonden ons in groote benautheijt
ende perplexiteijt, aen deene zijde van dese bij den vijant van
buijten opt fort een afsant[sic] mocht doen geduijrende wij besich
waren met het vier te blussen aen d’ andere sijde Waren beducht
dat enige schelmen van binnen mochten sijn, die met den vijant
intelligentie conden hebben ende hier toe uijtgemaeckt souden sijn
Bovendien was het vier bij ende aen het cruijthuijs twelck groot
gevaer veroorsaeckte. Heeft Gode almachtich gelieft
(nietjegenstaende hij ons [p] met een totale ruijne dreijgden)
genadichlijck ons allen te saemen dar van te bewaeren, dien wij
dar over hebben te loven ende te dancken de magazijnen soo van
vivres als ammonitie sijn door uwe devoir van t vier
gepreserveert sulcx dat de Compie weijnich schade heeft geleden
mar meer eenige particulieren wat ondersoeck hebben laeten
doen soo en heeft men tot noch toe niet connen uijtvinden de
geenen die aen desen brant schuldich souden mogen sijn de
logementen doe ick wederom van steen op onse Nerlantse wijse
opmetselen omme soodanige perickel in dit beslooten fort niet
meer onderworpen te wesen [...] Tot opbouwinge van de
logementen in t voors fort Margarita sullen 800 a 1000 noortse
delen van node [p] wesen, wil niet twijffelen ofte werdt bij d’heren
hooge Raiden dar over aen Uwe Ed Mo geschreven op dat die
mogen werden gesonden, indien niet geschiet Paulus de Linge
Fort Margarita eerste februari 1646 NA 1.05.01.01; 07-10-1645;
inv.no. 62 (f.216); De wercken vant fort Margarita gevisiteert
ende bevonden de pallesaden seer weijnich te sijn, doch door de
Directeur de Linge verstaen dat die waren besteed om te
vermaecken, alsmede het parapet en andere wercken;
goetgevonden aldaer een travers van palisaden te laten maecken
om den Barn te bevrijden voor het overclimmen aen de zeekant,
en een dubbel rieh Palisaden om het overcomen te beletten [...]
Besloot aen Robbert Focks te hacken 4 a 5000 stormpaaltjes om
int fort Margarita te gebruijcken het f 5 t hondert, noch een
partije pinpalisaden om inde wallen te leggen [p] De heer de
Linge geordonneert een buijse te leggen in de contrescherpen vant
fort margarita om de westen vol water te houden, alsoo door het
drooch weder beginnen ledich te werden. Ende alsoo aende
riviercant aent Bolwerck dat aen het incomen licht geen gracht en
is, soo is geordonneert op die bermen te setten twee riehen
palisaden tot boven in de wal om het overcomen te beletten. [...]
Alsoo de Brasilianen onder ‘t fort Margarita onder de
contrescherp leggen, ende deselve alsoo daermede sijn beset, soo
dat se niet en connen werden gedefendeert en wellicht groot
perikel daer uijt soude comen te ontstaen, is met de heer de Linge
gesproocken ten eijnde hij haer onder het canon op de vlacke
souden begeven waer sij open lucht sullen hebben en beter sullen
leggen, dat bij sijn E is aengenomen met haer te overleggen.’
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 64; 1648
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 67; f.82; f.85
‘Op het fort Margarita: Metaele: 19, Ysere: 14’
NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie
1.05.01.01; 68; 04-07-1636; 23-09-1636; 19-02-1638
‘De Heer Colonel proponeerde eerstelick dat het fort in Paraiba
was seer ingevallen daer toe toonende het project opt papier hoe
het selve was gestelt, thoonende dat snel noodig was dat het selve
gerepareert ende in defencie gebracht wierde daer toe sijn Ed.
den ingenieur mede hadde gebracht. Soo is geresolveert dat den
ingenieur met schrijven aende heer Eijssens sal affsenden ende
sijne E. largo adviseren ende ooc commanderen den selve fort te
repareren off vernieuwen ende 't selve te doen besteden tot meeste
voordeel vande Compagnie soo goedt mogelick is. om in eenige
voorvallen daer over niet verlegen te wesen op dat men tot den
eijnde sal de aennemer vande wercken soo wij meijnden schuldich
sijn, sal met eenig gelt ende coopmanschappen contenteren om
haer te lustigen tot 't aennemen van dese te maecken. Den
Igchijeur Verthoonde het model bij hem geprojecteert over 't
suijderfort in Paraiba wesende in forma dat het Croonwerck
geslooten werde met een groot tennege. Een Baterije omde haer te
bevrijden waer op veel stucken te dien eijnde connen werden
opgestelt is naer eenige discoursen ende saecke wel overwogen
ende geexamineert is alsoo goet gevonden te doen affsteecken
ende metten eersten op maecken. Johan Taelboom versouckende
dat men de penningen soo hem competerende van wercken in
Paraiba alsoo d'heeren geen gelt alhier en hebben op sijn
reeckeninge soude goet doen ende alsoo het zuijderfort niet
volgens sijn besteck was opgemaeckt 't welck voor f 1200 has
aengenomen soo is hem toegelecht daer voor in plaets van 1200,
600 guldens 't welck met te samen op sijne reeckening sal goet
doen. Vant Noorderfort 720; Vant Restinga 1500; Vant
Zuijderfort 600; Comt te samen 2820. Aff treckende wat hier op
is betaelt. Sijn Ex[cellentie] rapporteert in Paraiba de wercke
besichticht te hebben nopende t 'fort Cabo dellio, heeft het selve
aenbesteet weder te repareren ende een jaer lang t'onderhouden
voor de somme van 3300 guldens eens aen. Deselve is nu genaemt
Margarita de Nassau. [...] Oock is besteet de gracht van t'fort
Margarite te verdiepen 4 voeten dieper als tegenwoordig is ende
rontomme 6 roeden wijd sal wesen, ende van d'aerde die daeruit
komt sal de bedeckten wegh rontomme gemaeckt werden, breeder
blijckhoudende bij de bestecken daer van sijne.’
KB Koninklijke Bibliotheek Den Haag; Collectie Manuscripten; 76
A 16 (Hamel);
‘t fort margareta Is een groot fort aende zijdtzijde van de rivier
Paraiba gelegen, sijn form nae de landtzijde is een croonwerck
bestaende in een heele en twee halve bolwercken met tenailien en
heft een schone wal aende Landtzijde, soo verre als het
croonwerck streckt met een perpet nogh boven op de
borstweringe versien, heeft een rij palisaden rontommet een
gracht vijf roeden breet dogh ondiep en can niet wel dieper
gemaeckt worden, daer buijten aende Landtzijde tot aen de revier
heeft een bequame conterschap en langs de watercant rijsbarnen
naer den eijsch, binnen het fort is een goet cruijthuijs, een schone
bewelfde poort met een huijs daer op, als mede een nieuwe brugge
over de gracht. De quartieren worden ten dele nieuw gemaeckt
ende de baterijen sijn in effect gemonteert als volgt: 2 Metaelen
van 24 pond. 7 Metaelen van 15 pond.' 1 Metaelen van 12 pond. 4
Metaelen van 10 pond. 4 IJsere van 10 pond. 7 IJsere van 8 pond.
6 IJsere van 6 pond. 1 IJsere van 5 pond. 4 IJsere van 4 pond. 36
metaele en ijsere stucken.’
IAHGPE Instituto Arqueológico Histórico Geográfico de
Pernambuco Recife; Coleção José Hygino, Nótulas Diárias do
Conselho Supremo e Secreto do Brasil 1635-1654 (Dagelijkse
Notulen van den Hoogen en Secreten Raad in Brazilië); Vol. 1-7 e
10
IAHGPE Instituto Arqueológico Histórico Geográfico de
Pernambuco Recife; Coleção Joaquim Caetano (Documentos
Holandeses); Vol. 1; Missiva do Governador D. Van Weerdenburch
em Antonio Vaaz, aos Estados Gerais; Janeiro 1632
‘Tentativa de dominar uma fortificação (não especificada;
possivelmente Cabedelo), descrita como sendo uma fortaleza
provida de 4 muralhas, com um ante-muro na entrada e dotada
de obras de tenalha, estando aberta em um dos lados, de forma a
poder receber reforços (víveres e tropas).'
BN Biblioteca Nacional Madrid; Sección Manuscritos; Ms. 3015
Literature
Barlaeus C; 1647; Rerum per Octennium; Amsterdam; Blaeu
Barlaeus C.; 1980; História dos feitos recentemente praticados
durante oito anos no Brasil; Recife; Fundação de Cultura Cidade
do Recife; 51/94/104
‘Fez Maurício restaurar na Paraíba o forte arruinado do
Cabedelo ou de Sta. Catarina e guarnecê-lo com um fosso mais
largo e mais fundo e, por cima, com uma couraça. Mudou-lhe
Nassau o nome para o de Margarida, como se chama sua irmã.'
'Defendem a Paraíba estes fortes: o de Margarida, muito sólido
por todo o gênero de fortificações, tendo fosso, trincheira,
parapeito, quatorze canhões de bronze e quarenta e dois de ferro'
'Ele próprio [Nassau], dirigindo-se à Paraíba, mandou restaurar
as fortificações arruinadas, providenciando cuidadosamente todo
o necessário à defesa desta província. Muniu o forte de
Margarida com uma paliçada, por estarem secos os fossos, que as
areias trazidas pelas enxurradas haviam enchido.'
Frei Jaboatão; 1858; Novo Orbe Serafico Brasílico ; 362-363; Vol.
2 / parte 2
Imprensa Oficial; 1940; Inventário das armas e petrechos bélicos
que os holandeses deixaram em Pernambuco e dos prédios
edificados ou reparados ate 1654; Recife ; p. 66
‘No Forte Margarida. Duas peças de bronze de 24 libras. Sete de
10 libras. Uma de doze libras. Quatro de dez libras. Quatro peças
de ferro de 10 libras. Seis de 8 libras. Cinco de 6 libras. Duas de
cinco libras. Duas de quatro libras. Na Aldeia dos Índios. Duas
peças de ferro de 5 libras de bala. Três de quatro libras. Duas de 2
libras. No Forte de Santo Antonio. Uma peça de ferro de 6 libras
de bala. Três de cinco libras. Uma sem carreta e trem. Restinga
Duas peças de bronze de 16 libras de bala. Duas de dez libras.
Uma de seis libras. Quatro peças de ferro de 4 libras. Dias de 4 e 6
libras sem carretas. Uma que se rebentou. Gorgahu. Três peças
de ferro de 3 libras de bala.'
Montanus Arnoldus; 1671; De Nieuwe en onbekende weereld [...];
Amsterdam; J. Meurs
Naber S.P. l'Honoré / J.C.M. Warnsinck ed; 1931; Laerlyck verhael
van de verrichtinghen der Geoctroyeerde West-Indische
Compagnie in derthien boecken; The Hague; Werken Linschoten
Vereeniging ; Vols. 34/35/38/
Nieuhoff Johan; 1682; Gedenkweerdige Brasiliaaense Zee- en
Lant-Reize: Behelzende Al het geen op der dezelve is voorgevallen,
beneffens een bondige beschrijving van gantsch Neerlants Brasil;
Amsterdam ; p.39 xii
'De vestingh op de Noorder-hoek van de riviere wiert by de
Portugesen St. Antonio genoemt; en was in 't vierkant gesticht, en
besloegh een ront eilandtje, dat door eene kreke van het lant
afgescheiden was. Het is een bolwerk van het oud vierkant fort,
door de Portugesen gemaekt, het welk d'onzen, na de rest door de
riviere weghgedreven en afgespeolt was, in de kelen gesloten
hebben. Het is daer en boven met een ry palissaden aen d'eene
zyde van de riviere, en aen de lantzyde met een stuk van d'oude
gracht en kreek, omgeven. De wal vast en stijf, en van binnen met
een baterye en zes ysere stukken voorzien. Deze vesting kon uit de
stad Parayba een uit de vesting Margareta, aen de Zuider-oever,
altijt beschermt worden: waerom de Portugesen die doorgaens
ten dele open lieten leggen, en met weinigh volk bezet hielden.'
Rosário Frei Paulo do; 1632; Relação breve e verdadeira da
memorável Victoria que ouve o Capitão-mor da Paraiba Antônio
de Albuquerque dos rebeldes de Olanda ...; Lisboa ; 2v-8
‘Se resolveu [sic] e determinou em fazer um forte novo de 4
baluartes fabricado de torrão e faxina, que são as mesmas
matérias de que viam os rebeldes nas fortificações que fizeram no
Recife e Ilha de Itamaracá com que esperam resistir ao poder de
nossas armadas de Espanha, tudo com a ordem do capitão Diogo
Paes, engenheiro militar de Sua Mgde. para o por em execução
arrasou tudo o que era o forte velho e com tanto valor, indústria,
assistência pessoal e quantidade de trabalhadores se houve nesta
obra que em menos de seis meses acabou as muralhas e baluartes
e os terraplenou e fez suas esplanadas, e lhe pôs toda a artilharia
que tinha sem despesa nenhuma da Fazenda Real, senão que a
custa dos moradores e com o serviço dos índios se pôs no estado
referido. (...) A planta desta fortaleza é em forma quadrada,
ficando nos cantos dela quatro cavaleiros, ou baluartes, em que
joga a artilharia e defende as cortinas da força que com a estrada
encoberta que tem em redor da quadra, e esta quadra por fora
fica muito defensável.'
Schamalkalden Caspar; 1998; Brasil Holandês Volume I. A
Viagem de Caspar Schamalkalden de Amsterdã para
Pernambuco no Brasil; Rio de Janeiro; Editora Index; 108-114
‘Sobre a Fortaleza Margaretha. No citado rio Paraíba localizavase ainda uma fortaleza chamada Santa Catarina, que se encontra
em ruínas, por isso o Príncipe Mauricio mandou reconstruí-la e
equipa-la com um fosso amplo e profundo e com parapeitos como sinal de que agora estava submetida a uma potencia
estrangeira. Recebeu o nome de sua irmã Margarethen. Do outro
lado do rio, direção norte, havia outra fortaleza, chamada Santo
Antonio, a qual há tempos o Príncipe [mandou] demolir e destruir
para a redução de gastos desnecessários, [mandando] construir
apenas uma guarita ou torre de vigia.'
Articles
Herckmans Elias; 1879; 'Generale beschrijvinge van de Capitanie
Paraíba'; in Bijdrage en mededelingen van het Historisch
genootschap gevestigd te Utrecht; Vol. II; Utrecht; 318-367
Moreno Diogo de Campo; 1984; 'Relação das Praças Fortes do
Brasil 1609'; in Revista do Instituto Arqueológico Histórico
Geográfico de Pernambuco; Vol. LVII; Recife; 185-246

Documentos relacionados

Forte de Santo Antônio - New Holland Foundation

Forte de Santo Antônio - New Holland Foundation NA Nationaal Archief Den Haag; Oude West Indische Compagnie 1.05.01.01; 62; f.216 07-10-1645 ‘De wercken vant fort Margarita gevisiteert ende bevonden de pallesaden seer weijnich te sijn, doch door...

Leia mais