De derde naamval
Transcrição
De derde naamval
De derde naamval (der Dativ) De derde naamval gebruik je in het Duits als je te maken hebt met … -A: een meewerkend voorwerp (je kunt er aan voor denken). Hij schrijft zijn vriend. hij = onderwerp Er schreibt seinem Freund. schrijft = persoonsvorm zijn vriend = meewerkend voorwerp der Mann > dem Mann ein Mann > einem Mann die Frau > der Frau eine Frau > einer Frau das Kind > dem Kind ein Kind > einem Kind die Leute > den Leuten keine Leute > keinen Leuten Niet alleen het lidwoord der/ein verandert, ook alle andere woorden in de der-Gruppe (dies-, jen-, jed-, manch-, solch-, welch-, all-) en ein-Gruppe (kein-, mein-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr-, Ihr-) veranderen op dezelfde manier. -B: vaste voorzetsels met de 3e naamval mit (met) nach (naar, na) bei (bij) seit (sinds) von (van, door) zu (naar, bij, tot, tegen) zuwider (in strijd met) aus (uit) außer (behalve) gemäß (volgens) gegenüber (tegenover) entgegen (tegemoet, in strijd met) Het persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval ich > mir wir > uns du > dir ihr > euch er > ihm sie > ihnen sie > ihr Sie > Ihnen es > ihm