duo lotti - van Heutink

Transcrição

duo lotti - van Heutink
DUO LOTTI
handleiding – instructions – Anleitung – notice pédagogique
Nederlands
Doelstelling:
Door het spelen met deze lotto worden meerdere vaardigheden geoefend. Het
lottospel bevordert o.a. de waarneming en de taalontwikkeling.
Omdat met dit spel verschillende spelen kunnen worden gespeeld is het ook een
zeer uitdagend spel. Bij de Speed Lotto gaat het om snelheid, bij de Duo Lotti om
inzicht, bij het memospel wordt het geheugen geoefend en bij het dominospel de
waarneming. En al spelend met de andere kinderen oefent het kind de sociale
vaardigheden.
Inhoud:
- een kist met deksel (24 x 24 x 3,5 cm);
- 4 spelborden (20 x 20 cm);
- 64 enkele kaartjes (4,5 x 4,5 cm);
- 32 dubbele kaarten (9 x 4,5 cm);
- een handleiding.
Werkwijze:
Introductie
Allereerst worden de spelborden met de kinderen bekeken en besproken. Het is
leuk om de kinderen te laten vertellen wat ze zien. Vervolgens kan de kinderen
worden gevraagd wie er wel eens op een boerderij is geweest en de afgebeelde
dieren heeft gezien. Of, misschien wonen er één of meer kinderen op een
boerderij; in dat geval kunnen deze kinderen om de beurt hierover wat vertellen.
Speed Lotto (2 – 4 kinderen)
Benodigd: de vier spelborden en alle enkele kaartjes.
Er wordt afgesproken dat als een kind een kaartje denkt nodig te hebben, dat het
dan zo snel mogelijk de hand opsteekt. Aangezien de afbeelding op alle borden
voorkomt, zullen vaak meerdere kinderen hun hand opsteken.
De kaartjes worden met de afbeelding naar beneden op een stapel gelegd. De
leerkracht draait het bovenste kaartje om. De kinderen kijken op hun spelbord.
Degene die als eerste de hand opsteekt, krijgt het kaartje, en legt het op
zijn/haar bord. Dan draait de leerkracht het volgende kaartje om, enz. Er kan
worden doorgespeeld tot het eerste kind het bord vol heeft, óf tot alle kinderen
het bord vol hebben. Het kind dat als eerste het bord vol heeft, is winnaar.
Foute claim:
Als een kind een kaartje vraagt, maar het blijkt een foute claim te zijn, dan krijgt
het kind dat als tweede zijn/haar hand heeft opgestoken het kaartje. Als “straf“
moet het kind dat een foute claim heeft gedaan ook nog een kaartje van zijn/haar
spelbord aan een ander kind naar keuze geven.
3
Nederlands
Duo Lotti - I (2 – 4 kinderen)
Benodigd: de vier spelborden en de 32 dubbele kaarten.
De kaarten worden met de afbeelding naar boven in het midden van de tafel
gelegd.
Het kind dat mag beginnen, pakt een kaart waarvan het denkt dat het op
zijn/haar bord past. Is dit correct, dan mag het kind nog een kaart pakken tot het
een verkeerde kaart pakt. Nu is het volgende kind aan de beurt. Het kind dat als
eerste het bord vol heeft, is winnaar.
Er is maar één correcte manier om de kaarten neer te leggen. Dit kan zowel
horizontaal als vertikaal zijn.
Foute claim
Pakt een kind een verkeerde kaart, dan moet het niet alleen deze kaart
terugleggen, maar ook nog een kaart die al op zijn/haar bord ligt, terugleggen in
de pot óf aan een kind naar keuze geven. Er zal dus extra goed worden opgelet
om dit te voorkomen.
Duo Lotti II (2 – 4 kinderen)
Benodigd: de vier spelborden en de 32 dubbele kaarten.
Bij dit spel worden de kaarten met de afbeelding naar beneden op tafel gelegd.
Het kind dat mag beginnen, draait een kaart om, zodat iedereen de kaart kan
zien, en kijkt of deze op zijn/haar bord past. Is dit niet het geval, dan wordt de
kaart weer omgedraaid en is het volgende kind aan de beurt.
Bij dit spel speelt het geheugen ook een belangrijke rol want het kind zal
proberen te onthouden waar de kaart ligt die op zijn/haar bord past. Hierdoor
wordt het spel nog spannender. Het kind dat als eerste het bord vol heeft, is
winnaar.
2-Memo (2 – 6 kinderen)
Benodigd: alle enkele kaartjes.
De kaartjes worden met de afbeelding naar beneden in een vierkant op tafel
gelegd.
Het kind dat mag beginnen draait twee kaartjes om, zodanig dat iedereen de
afbeeldingen goed kan zien. Als het twee dezelfde kaartjes zijn, mag het kind
deze behouden, en nog twee kaartjes pakken. Als dit niet zo is, dan worden de
kaartjes weer omgedraaid en is het volgende kind aan de beurt.
Het is de bedoeling dat het kind twee dezelfde kaartjes vindt. Omdat er meerdere
kaartjes met dezelfde afbeelding in het spel zijn, is de trefkans groter.
Mocht het voor de jonge kinderen nog lastig zijn dat er zo veel kaartjes op
tafel liggen, dan kunt u er voor kiezen slechts twee van elk op tafel te
leggen. In dat geval kan er slechts met maximaal vier kinderen worden
gespeeld.
Het kind dat de meeste paren heeft weten te verzamelen, is de winnaar van het
spel.
4
Nederlands
3-Memo (2 – 6 kinderen)
Benodigd: alle enkele kaartjes.
Alle kaartjes worden met de afbeelding naar beneden in een groot vierkant op
tafel gelegd.
Nu is het de bedoeling dat een kind een serie van drie dezelfde kaartjes vindt.
Bij dit spel draait het kind dus iedere keer drie kaartjes om, goed zichtbaar voor
de andere kinderen. Vervolgens moet iedereen zien te onthouden wat waar ligt.
Een échte geheugentrainer!!
Het spel verloopt als bij 2-Memo. Het kind dat de meeste trio’s heeft verzameld is
winnaar.
Speed memo (2 – 6 kinderen)
Benodigd: alle enkele kaartjes.
Alle kaartjes worden goed geschud en daarna met de afbeelding naar beneden
in een vierkant op tafel gelegd.
Het kind dat mag beginnen, draait één kaartje om en laat dit zo liggen. Het
volgende kind draait ook een kaartje om en laat dit ook zo liggen, enz. Zo worden
er steeds meer kaartjes zichtbaar. Nu moeten de kinderen heel goed opletten of
ze drie dezelfde afbeeldingen zien.
Het kind dat dit als eerste ziet roept: “stop” en wijst vervolgens de drie gelijke
kaartjes aan.
Is dit goed, dan mag het kind de drie kaartjes pakken en wordt er weer verder
gespeeld. Het spel gaat door tot alle kaartjes op zijn, of de kinderen zijn
“uitgespeeld”.
Dominospel (1 – 4 kinderen)
Benodigd: alle 32 dubbele kaarten.
De kaarten worden geschud en verdeeld. De kinderen leggen de kaarten voor
zich neer.
De leerkracht bepaalt wie er begint. Dit kind legt een dominokaart midden op
tafel. Elk volgende kind probeert nu een kaart aan te leggen. Als dit lukt, dan
mag dit kind nog een keer proberen een kaart aan te leggen, en mag het
doorspelen zolang het in dezelfde beurt kaarten kan aanleggen. Lukt het niet,
dan is het volgende kind aan de beurt.
Het kind dat als eerste alle kaarten heeft weggespeeld, heeft gewonnen. De
leerkracht bepaalt of het spel wordt uitgespeeld.
Auteur en illustrator: Liesbeth Bos
Bestelnr.: 3.075.00
5
English
Objective:
When playing this lotto, children exercise various skills. Among others, the lotto
game fosters observation and language development. Because this game has
several variations, it is also very challenging. Speed Lotto requires speed, Duo
Lotti insight; the memo game exercises the memory and the domino game,
observation. While playing with the other children, each child practises their
social skills.
Contents:
- 1 box with lid (24 x 24 x 3.5 cm);
- 4 game boards (20 x 20 cm);
- 64 single cards (4.5 x 4.5 cm);
- 32 cards with two illustrations (9 x 4.5 cm);
- instructions.
How to use Duo Lotti:
Introduction
First, the game boards are examined and discussed with the children. It is
interesting to have the children explain what they see. The teacher could then
ask the children which of them have ever been to a farm and seen the animals
illustrated. Or, perhaps one or more of them live on a farm; in which case, these
children can tell about their experiences.
Speed Lotto (2 – 4 children)
Required: the four game boards and all the single cards.
It is agreed that if they think that they need a card, the children must raise their
hands as quickly as possible. Because the illustrations appear on all the
boards, several children will raise their hands.
The cards are placed in a stack face down. The teacher turns over the top card.
The children look at their own game boards. The first one to raise his/her hand
gets the card, and then places it on his/her own board. The teacher then turns
over another card, etc. Play continues until the first child fills his/her board, or
until all the children have their boards full. The first one to fill his/her board is the
winner.
Wrong claims:
When a child asks for a card that he/she does not need, the second-fastest child
to raise his/her hand gets the card. As ‘punishment’, the child who made the
wrong claim must give a card from his/her board to another child of his/her
choice.
Duo Lotti - I (2 – 4 children)
Required: the four game boards and the 32 cards with two illustrations.
The cards are placed in the centre of the table with the illustrations facing up.
The one whose turn it is takes a card that he/she thinks fits his/her board. If this
is correct, the child may continue taking cards until he/she picks an incorrect
6
English
card. Then the turn passes to the next child. The first child to fill his/her board is
the winner.
There is only one way to place the cards. This can be either horizontally or
vertically.
Wrong claims:
If a child takes the wrong card, not only must he/she replace the card but also
put another card from his/her own board in the pot, or give it to a child of his/her
choice. The children will have to take care to prevent this from happening.
Duo Lotti II (2 – 4 children)
Required: the four game boards and the 32 cards with two illustrations.
For this game, the cards are placed on the table with the illustrations face down.
The child whose turn it is takes a card so that everyone can see it, and then tries
to fit it on his/her board. If it doesn’t fit, the card is turned over again and it is the
turn of the next child.
Memory plays an important role in this game, as the children will try to remember
the location of the cards that fit on their boards. This makes the game even more
exciting. The first child whose board is full is the winner.
2 Memo (2 – 6 children)
Required: all the single cards.
The cards are turned over and placed on the table in a square. The child whose
turn it is turns over two cards, so that everyone can see the illustrations. If the
cards match, the child may keep them and choose two new cards. If they do not
match, the cards are turned over again and the turn passes to the next child.
The aim is for the child to find two matching cards. Because there are several
cards in play with the same illustration, there is a better chance of finding them.
If this game is too difficult for the younger children because there are so
many cards on the table, you could choose only to place two cards of each
illustration on the table. In that case, the maximum number of players is
four.
The child that has collected the most pairs is the winner of the game.
3 Memo (2 – 6 children)
Required: all the single cards.
All the cards are placed face down on the table in a large square.
The aim is for each child to find a series of three matching cards. With this game,
the child turns over three cards, which are clearly visible to the other children.
They must then try to remember the locations of the cards on the table. This is a
real memory trainer!
The game proceeds as with 2 Memo. The child that gathers the most trios is the
winner.
7
English
Speed memo (2 – 6 children)
Required: all the single cards.
All the cards are shuffled thoroughly and then placed face down on the table in a
square.
The child that begins turns over a card and leaves it face up. The next child also
turns over a card and leaves it facing up, etc. In this way, more and more cards
can be seen. The children have to pay close attention to see if they can find
three cards with the same illustration.
The first child to see three matching cards says ‘stop’ and then points out the
three cards.
If this is correct, the child may take the three cards and play continues. The
game continues until all the cards are gone or until the children are ‘tired of
playing’.
Domino game (1 – 4 children)
Required: all 32 cards with two illustrations.
The cards are shuffled and distributed. The children place the cards in front of
them.
One child is designated to start. That child places a domino card in the centre of
the table. Each subsequent child tries to place a card next to it. If successful, that
child may try to place another card and may continue playing as long as he/she
can play a card in the same turn. If he/she cannot do so, the turn passes to the
next child. The first child to get rid of all his/her cards is the winner.
The teacher can decide whether to continue playing the game.
Author and illustrator: Liesbeth Bos
Article no.: 3.075.00
8
Deutsch
Ziel:
Mit diesem Lottospiel werden mehrere Fertigkeiten geübt, es fördert u.a. das
Wahrnehmungsvermögen und die sprachliche Entwicklung. Da Duo Lotti
verschiedene Spielmöglichkeiten bietet, ist dieses Spiel sehr herausfordernd.
Beim Speed Lotto geht es um Geschwindigkeit, beim Duo Lotti um Einsicht, beim
Memospiel wird das Gedächtnis geübt und beim Dominospiel die Wahrnehmung.
Im Spiel mit den anderen Kindern übt das Kind seine sozialen Fertigkeiten.
Inhalt:
- eine Kiste mit Deckel (24 x 24 x 3,5 cm);
- 4 Spielbretter (20 x 20 cm);
- 64 Einzelkarten (4,5 x 4,5 cm);
- 32 Doppelkarten (9 x 4,5 cm);
- eine Anleitung.
Arbeitsweise:
Einführung
Die Lehrkraft wird zunächst gemeinsam mit Kindern die Spielbretter betrachten
und besprechen. Es lohnt sich, die Kinder erzählen zu lassen, was sie sehen.
Anschließend kann die Frage, wer von den Kindern schon einmal einen
Bauernhof besucht und dabei die dargestellten Tiere gesehen hat, eine lebhafte
Diskussion eröffnen. Vielleicht wohnen ja sogar ein oder mehrere Kinder auf
einem Bauernhof; in diesem Fall können diese Kinder der Reihe nach etwas
darüber erzählen.
Speed Lotto (2 – 4 Kinder)
Benötigt werden: die vier Spielbretter und alle Einzelkarten.
Es wird abgemacht, dass jeder, der meint eine Karte gebrauchen zu können, sich
möglichst schnell meldet. Da die Abbildung auf der Karte auf allen Brettern
vorkommt, werden sich oft mehrere Kinder melden.
Die Karten werden mit der Bildseite nach unten als Stapel auf den Tisch gelegt.
Die Lehrkraft dreht die obere Karte um. Die Kinder sehen auf ihrem Spielbrett
nach. Das Kind, das sich als erstes gemeldet hat, bekommt die Karte und legt sie
auf sein Brett. Die Lehrkraft dreht die nächste Karte um usw. Das Spiel geht
solange weiter, bis das Brett eines der Kinder voll ist, oder bis die Bretter aller
Kinder voll sind. Gewonnen hat das Kind, dessen Brett als erstes voll war.
Falsche Karte angefordert:
Hat ein Kind sich geirrt, als es meinte die Karte gebrauchen zu können, dann
bekommt das Kind, das sich als zweites gemeldet hat, die Karte. Zur “Strafe“
muss das Kind, das sich irrte, auch noch einem Kind seiner Wahl, eine schon auf
seinem Spielbrett liegende Karte überlassen.
9
Deutsch
Duo Lotti - I (2 – 4 Kinder)
Benötigt werden: die vier Spielbretter und die 32 Doppelkarten.
Die Karten werden mit der Bildseite nach oben mitten auf den Tisch gelegt.
Das Kind, das anfangen darf, nimmt eine Karte, die wie es meint zu seinem
Spielbrett passt.
Ist dies richtig, darf das Kind so lange weitere Karten nehmen, bis es sich irrt und
eine falsche Karte nimmt. Nun ist das nächste Kind an der Reihe. Das Kind,
dessen Spielbrett als erstes voll ist, hat gewonnen.
Die Karten können nur auf eine Weise hingelegt werden, die richtig ist. Das kann
sowohl horizontal wie vertikal sein.
Falsche Karte angefordert:
Nimmt ein Kind eine falsche Karte, dann muss es nicht nur diese Karte
zurücklegen, sondern zusätzlich noch eine Karte, die bereits auf seinem Brett
liegt, auf den Tisch zurücklegen oder einem Kind nach seiner Wahl überlassen.
Die Kinder müssen sich also sehr konzentrieren, damit dies nicht passiert.
Duo Lotti II (2 – 4 Kinder)
Benötigt werden: die vier Spielbretter und die 32 Doppelkarten.
Bei diesem Spiel werden die Karten mit der Bildseite nach unten auf den Tisch
gelegt.
Das Kind, das anfangen darf, dreht eine Karte um, so dass jeder die Karte sehen
kann und kontrolliert, ob diese Karte zu seinem Brett passt. Ist dies nicht der Fall,
dann wird die Karte wieder umgedreht und ist das nächste Kind an der Reihe.
Bei diesem Spiel spielt das Gedächtnis eine wichtige Rolle, denn das Kind wird
versuchen, sich zu merken, wo die Karte liegt, die zu seinem Brett passt.
Hierdurch wird das Spiel noch spannender. Das Kind, dessen Spielbrett als
erstes voll ist, hat gewonnen.
2 Memo (2 – 6 Kinder)
Benötigt werden: alle Einzelkarten.
Die Karten werden mit der Bildseite nach unten in Form eines Quadrats auf den
Tisch gelegt.
Das Kind, das anfangen darf, dreht zwei Karten so um, dass alle Kinder die
Abbildungen gut sehen können. Sind es zwei gleiche Karten, darf das Kind diese
behalten und zwei weitere Karten umdrehen. Sind es zwei verschiedene Karten,
werden diese wieder umgedreht, und ist das nächste Kind an der Reihe. Da
mehrere Karten mit derselben Abbildung im Spiel sind, ist die Trefferquote hoch.
Wenn sich die jüngsten Kinder von den vielen Karten auf dem Tisch
überfordert fühlen, können Sie die Aufgabe erleichtern, indem Sie nur
jeweils zwei von jeder Kartensorte auf den Tisch legen. In diesem Fall
können jedoch nur maximal vier Kindern mitspielen.
Das Kind, das die meisten Kartenpaare gesammelt hat, hat das Spiel gewonnen.
10
Deutsch
3 Memo (2 – 6 Kinder)
Benötigt werden: alle Einzelkarten.
Alle Karten werden mit der Bildseite nach unten in Form eines großen Quadrats
auf den Tisch gelegt. Nun soll das Kind drei gleiche Karten finden. Bei diesem
Spiel dreht das Kind also jedes Mal - gut sichtbar für die anderen Kinder - drei
Karten um. Alle Kinder sollen sich nun merken, wo die wieder verdeckt
zurückgelegten Karten liegen. Ein richtiges Gedächtnistraining!!
Das Spiel verläuft nun weiter wie bei 2 Memo. Das Kind, das die meisten
"Kartentrios" gesammelt hat, hat das Spiel gewonnen.
Speed memo (2 – 6 Kinder)
Benötigt werden: alle Einzelkarten.
Alle Karten werden gut gemischt und dann mit der Bildseite nach unten in Form
eines Quadrats auf den Tisch gelegt. Das Kind, das anfangen darf, dreht eine
Karte um und lässt sie mit der Bildseite nach oben liegen. Das nächste Kind
dreht auch eine Karte um und lässt diese so liegen usw. Auf diese Weise werden
immer mehr Karten sichtbar. Nun müssen die Kinder gut aufpassen und
schauen, ob sie drei gleiche Abbildungen entdecken können.
Das Kind, das als erstes drei gleiche Abbildungen sieht, ruft: “Halt” und zeigt
dann die drei Karten an.
Wenn es stimmt, darf das Kind die drei Karten nehmen, wonach weitergespielt
wird. Es wird solange weitergespielt, bis keine verdeckten Karten mehr
vorhanden sind, oder die Kinder nicht mehr weiterspielen möchten.
Dominospiel (1 – 4 Kinder)
Benötigt werden: alle 32 Doppelkarten.
Die Karten werden gemischt und verteilt. Die Kinder legen die Karten vor sich auf
den Tisch.
Die Lehrkraft bestimmt, welches Kind anfängt. Dieses Kind legt eine Dominokarte
mitten auf den Tisch. Die Kinder versuchen nun der Reihe nach eine Karte
anzulegen. Gelingt es, eine Karte anzulegen, dann darf das betreffende Kind so
lange Karten anlegen, bis es keine Karte mehr anlegen kann. Nun ist das
nächste Kind an der Reihe. Das Kind, das als erstes keine Karten mehr hat, hat
gewonnen. Die Lehrkraft bestimmt, ob weitergespielt wird.
Autor und Illustrator: Liesbeth Bos
Bestellnr.: 3.075.00
11
Français
Objectif:
Jouer à ce loto permet d’exercer plusieurs aptitudes. Le jeu de loto favorise
notamment le sens de l’observation et la compétence linguistique. Ce jeu
comportant différentes variantes, il permet aussi de relever de nombreux défis.
Le Speed Lotto stimule la vitesse, le Duo Lotti exerce la perspicacité, le Memo
exerce la mémoire et le Domino, l’observation. Et, parce qu’il joue avec les
autres enfants, l’enfant exerce aussi ses aptitudes sociales.
Contenu:
- un coffret avec couvercle (24 x 24 x 3,5 cm);
- 4 plateaux de jeu (20 x 20 cm);
- 64 cartes simples (4,5 x 4,5 cm);
- 32 cartes doubles (9 x 4,5 cm);
- une notice pédagogique.
Méthode de travail:
Introduction
Tout d’abord, les plateaux de jeu sont examinés et analysés avec les enfants.
C’est amusant de laisser les enfants raconter ce qu’ils voient. Ensuite,
l’enseignant peut poser des questions aux enfants: qui parmi eux est déjà allé
dans une ferme? Qui a vu les animaux illustrés? Ou peut-être, y a-t-il un ou
plusieurs enfants qui habitent dans une ferme? Dans ce cas, ces enfants
peuvent à tour de rôle en parler.
Speed Lotto (2 à 4 enfants)
Matériel requis: les quatre plateaux de jeu et toutes les cartes simples.
Il est convenu que lorsqu’un enfant pense avoir besoin d’une carte, il lève la
main le plus vite possible. Comme l’image apparaît sur tous les plateaux,
souvent plusieurs enfants lèvent la main.
Les cartes sont empilées en un tas, l’image tournée vers le bas. L’enseignant
retourne la carte du dessus. Les enfants regardent sur leur plateau de jeu. Celui
qui lève la main le premier reçoit la carte et la place sur son plateau. Ensuite,
l’enseignant retourne la carte suivante, etc. Le jeu se poursuit jusqu’à ce qu’un
premier enfant ait fini de remplir le plateau ou jusqu’à ce que tous les enfants
aient rempli le plateau. L’enfant qui termine le premier de remplir le plateau est le
gagnant.
Erreur:
Lorsqu’un enfant demande une carte, mais qu’il y a visiblement une erreur,
l’enfant qui a levé la main en deuxième lieu reçoit la carte. Comme « punition »,
l’enfant qui a commis une erreur doit aussi donner à un autre enfant de son choix
une carte de son plateau de jeu.
12
Français
Duo Lotti - I (2 à 4 enfants)
Matériel requis: les quatre plateaux de jeu et les 32 cartes doubles.
Les cartes sont placées, image tournée vers le haut, au centre de la table.
L’enfant qui peut commencer prend une carte, qui, selon lui, correspond à son
plateau. Si c’est correct, l’enfant peut encore prendre une carte jusqu’à ce qu’il
prend une mauvaise carte. C’est alors le tour de l’enfant suivant. L’enfant qui finit
le premier de remplir le plateau est le gagnant.
Il y a seulement une manière correcte pour placer les cartes: horizontal comme
verticale.
Erreur:
Lorsque l’enfant prends une mauvaise carte, il doit non seulement replacer cette
carte, mais aussi replacer dans la pile une carte qui se trouve sur son plateau ou
la donner à un autre enfant de son choix. Il faudra donc faire bien attention pour
éviter cela.
Duo Lotti II (2 à 4 enfants)
Matériel requis: les quatre plateaux de jeu et les 32 cartes doubles.
Dans ce jeu, les cartes sont placées sur la table, image tournée vers le bas.
L’enfant qui peut commencer retourne une carte, pour que tout le monde puisse
voir la carte. Il regarde si cette carte correspond à son plateau. Si ce n’est pas le
cas, la carte est retournée et c’est au tour de l’enfant suivant.
La mémoire joue aussi un rôle important dans ce jeu car l’enfant doit essayer de
mémoriser où se trouve la carte qui correspond à son plateau. Le jeu n’en est
que plus gai. L’enfant qui termine le premier de remplir son plateau est le
gagnant.
2 Mémo (2 à 6 enfants)
Matériel requis: toutes les cartes simples.
Les cartes sont placées, image tournée vers le bas, dans un carré sur la table.
L’enfant qui peut commencer retourne deux cartes pour que tout le monde en
voie bien les images. Si les deux cartes sont les mêmes, l’enfant peut les
conserver et prendre à nouveau deux cartes. Sinon, les cartes sont retournées et
c’est au tour de l’enfant suivant. L’objectif consiste à ce que l’enfant trouve deux
cartes identiques. Le jeu comportant plusieurs cartes ayant la même image, les
chances d’y parvenir sont plus élevées.
Si les jeunes enfants éprouvent des difficultés parce que le nombre de
cartes sur la table est trop important, l’enseignant peut décider de ne placer
que deux cartes identiques sur la table. Dans ce cas, on ne peut jouer
qu’avec quatre enfants maximum.
L’enfant qui est parvenu à rassembler le plus grand nombre de paires est le
gagnant du jeu.
13
Français
3 Mémo (2 à 6 enfants)
Matériel requis: toutes les cartes simples.
Toutes les cartes sont placées, image tournée vers le bas, dans un grand carré
sur la table.
L’objectif consiste maintenant à ce qu’un enfant trouve une série de trois cartes
identiques.
Dans ce jeu, l’enfant retourne donc chaque fois trois cartes; il faut qu’elles soient
bien visibles pour les autres enfants. Ensuite, tout le monde doit mémoriser où
se trouve chacune d’elles. Un véritable exercice de mémoire !!! Le jeu se déroule
comme dans 2 Memo. L’enfant qui a rassemblé le plus de trios est le gagnant.
Speed memo (2 à 6 enfants)
Matériel requis: toutes les cartes simples.
Toutes les cartes sont bien mélangées et placées ensuite, image tournée vers le
bas, dans un carré sur la table. L’enfant qui peut commencer retourne une seule
carte et la laisse ainsi. L’enfant suivant retourne et laisse aussi une carte, etc. Le
nombre de cartes visibles augmente ainsi au fur et à mesure. Les enfants doivent
alors observer bien attentivement s’ils voient trois images identiques.
L’enfant qui trouve trois images identiques le premier crie: « stop » et indique
ensuite les trois cartes identiques. Si c’est correct, l’enfant ramasse les trois
cartes et l’on continue à jouer. Le jeu se poursuit jusqu’à ce que toutes les cartes
soient épuisées, ou que les enfants aient « tous joué ».
Domino (1 à 4 enfants)
Matériel requis: toutes les 32 cartes doubles.
Les cartes sont mélangées et partagées. Les enfants déposent leurs cartes
devant eux.
L’enseignant détermine qui commence. L’enfant dépose une carte de domino au
milieu de la table. Chaque enfant suivant essaie de poser une carte. Si cela
fonctionne, cet enfant peut essayer une nouvelle fois de poser une carte; il peut
le faire tant qu’il parvient à poser une carte lorsque c’est son tour. Si ça ne
marche pas, c’est au tour de l’enfant suivant. L’enfant qui, le premier, parvient à
poser toutes ses cartes a gagné. L’enseignant décide si le jeu est fini.
Auteur et illustrateur : Liesbeth Bos
Référence: 3.075.00
14
Nienhuis ontwikkelt en produceert educatief materiaal. Veel aandacht wordt besteed aan kwaliteit en
veiligheid van elk product. Voor de onderwijskundige functionaliteit van Nienhuis producten moet
echter veelal gebruik worden gemaakt van vormen en afmetingen, zoals scherpe punten of kleine onderdelen,
die bij oneigenlijk gebruik kunnen leiden tot verwondingen of ingeslikt worden, waardoor producten niet geschikt
zijn voor kinderen beneden de 3 jaar en altijd gebruikt worden onder toezicht van volwassenen. Bewaar deze
handleiding/bijsluiter bij het product, zodat elke gebruiker zich op de hoogte kan stellen van de wijze waarop dit
product gebruikt moet worden.
Nienhuis develops and produces educational materials. It devotes much attention to the quality and
safety of each product. To enable Nienhuis products to function properly in education, however,
shapes and dimensions, such as sharp points or small components, generally have to be used; these can
cause injury or can be swallowed if used improperly. Therefore these products are not suitable for children
under 3 years of age and must always be used under adult supervision. Keep this instruction/enclosure with
the product, so that each user can inform him or herself of the manner in which this product must be used.
Nienhuis entwickelt und produziert Unterrichtsmaterial. Viel Aufmerksamkeit wird der Qualität und
der Sicherheit jedes Produktes geschenkt. Für die schulpädagogische Funktionalität der NienhuisProdukte müssen jedoch oft Formen und Abmessungen benutzt werden, wie spitze Ecken oder kleine Teile,
die bei zweckwidriger Verwendung zu Verletzungen führen können oder verschluckt werden können,
wodurch die Produkte sich nicht für Kinder unter 3 Jahren eignen, und immer unter Aufsicht von
Erwachsenen benutzt werden müssen. Bewahren Sie diese Anleitung/diesen Beipackzettel beim Produkt
auf, so dass jeder Benutzer sich über die Weise, auf die dieses Produkt zu benutzen ist, informieren kann.
Nienhuis développe et produit du matériel éducatif en consacrant beaucoup d’attention à la qualité
et la sécurité de chaque produit. Pour des raisons de qualité didactique, les produits Nienhuis
présentent certaines formes et dimensions, telles des angles pointus ou de petits éléments qui, utilisés
de façon abusive, risqueraient de causer des blessures ou d’être ingérés. Ces produits ne conviennent
donc pas aux enfants de moins de 3 ans et doivent toujours être utilisés sous la surveillance d’adulte.
Conservez cette notice pédagogique/ces instructions avec le produit afin que chaque utilisateur puisse
s’informer de ses conditions d’utilisation.
© Nienhuis B.V.
Industriepark 14, 7021 BL Zelhem - Holland
Tel. +31 314 627127, Fax +31 314 627128
Internet: www.toysforlife.com • eMail: [email protected]

Documentos relacionados