2013 - Travelling in Baroque

Transcrição

2013 - Travelling in Baroque
F L E V O L A N D Z O M E R F E S T I VA L
9 T/M 11 AUGUSTUS
PROGRAMMABOEK
3
Flevoland en
barokmuziek:
een goed huwelijk
Waar ik al maanden naar uitkijk, staat te gebeuren: de muziekdriedaagse “Travelling in Baroque”. Het gaat om 13 concerten
op zeven verschillende, bijzondere locaties in Flevoland, op 9,
10 en 11 augustus.
Voor mij staat Barok voor sierlijkheid, schoonheid en ingetogen vrolijkheid. Ik vind het spannend juist deze muziek in
onze jonge provincie te kunnen beluisteren. De poldergrond
harmonieert niet vanzelfsprekend met de elegantie van de
Barokmuziek. Maar het is juist deze paradox die nu al voor
het zesde jaar wordt afgebroken: Flevoland en Barok blijkt een
goed huwelijk te zijn!
Het themaland is dit jaar Duitsland. De naam van het land associëren we onmiddellijk met grote namen uit de wereld van
de klassieke muziek, natuurlijk Bach en Brahms, maar ook Telemann, Schumann, Buxtehude…
Het festival reist letterlijk: van plaats naar plaats, in de tijd – de
Barok beslaat immers een lange periode – en qua instrumenten, zelfs nog in culturele uiting. In Zeewolde genieten we immers van een heerlijk Duits buffet.
Dankzij subsidies van de provincie, het waterschap, de gemeenten en het VSB-fonds zijn de concerten laagdrempelig.
Alle middelen worden geïnvesteerd in de kwaliteit van de muziek, u luistert alleen naar professionele musici van internationale klasse. Al het voorbereidende en omringende werk doen
de bestuursleden en de vrijwilligers. Zij doen het graag, uit
liefde voor de muziek, om het goede, paradoxale huwelijk te
borgen en te koesteren.
Dit programmaboekje vormt het begin van uw bezoek aan het
festival “Travelling in Baroque”. Welkom!
Andries Greiner
voorzitter
1
Klinkend
duitsland
editie 2013
Hoe je het ook wendt of keert: de klassieke muziek kan niet
om Duitsland heen. Duitsland heeft in iedere stijlperiode
grote namen voortgebracht, componisten, dirigenten, zangers….vanaf de vroege Middeleeuwen (Minnesänger) tot op
de huidige dag is Duitsland op cultureel gebied een van de
belangrijkste landen in Europa.
De Noord-Duitse traditie (Buxtehude) van de 17e eeuw, Bach
als toppunt van de barok, Beethoven als wegbereider voor de
Romantiek, Mendelssohn, Schumann en Brahms, de Duitse
liedkunst….
Diepgewortelde menselijke spiritualiteit komt overal in de
Duitse cultuur tot uiting. De route die wij nemen loopt van
Buxtehude tot Schönberg, met als rode draad Bach, die zelf
bewonderaar was en geïnspireerd werd door Buxtehude en
zelf zo’n grote invloed had op de generaties na hem.
Bach liep heel Duitsland door om Buxtehude te beluisteren,
wij reizen in drie dagen door Duitsland zonder grenzen van
tijd om bijzondere muziek te ontmoeten.
David Rabinovich
Marion Boshuizen
Het festival Travelling in Baroque is ontstaan in 2008 en is een initiatief
van het Apollo Ensemble. In drie dagen tijd worden bezoekers ondergedompeld in klassieke muziek van de 17e t/m 21e eeuw. Ieder jaar heeft
zijn eigen thema met als vertrekpunt de Barok. Zowel in tijd als in ruimte
en in programmering staat dit festival voor verbinding en ontmoeting.
De artistieke leiding van het festival ligt in handen van David Rabinovich,
de zakelijke leiding bij Marion Boshuizen.
Uiteraard zou dit festival niet mogelijk zijn zonder de hulp van het
bestuur en de vrijwilligers.
2
09
aug
zomerfestival
travelling in
baroque
programma 2013
20:15 uur in het Waterschapshuis, Flevoland
Het Apollo Ensemble met “Verrassend Telemann”,
waarbij ook zijn nieuwe cd wordt gepresenteerd.
vrij
10
aug
za
11
aug
zo
10:00 uur in de Hoeksteen Emmeloord
Apollo Ensemble met Buxtehude
11:45 uur, 14:00 uur, 16:15 uur
RK kerk Ens:Marcel Beekman & Ernst Munneke
(Schumann, Dichterliebe)
RK kerk Kraggenburg:Sinuet Ensemble
(Brahms, Klarinetkwintet)
Museum, Nagele:Ensemble BloedRood
(Schönberg, Pierrot Lunaire)
15:00 uur in de Verbeelding, Zeewolde
Kate Clark, traverso & Anthony Romaniuk, fortepiano
(C.P.E. Bach)
17:00 uur in de Verbeelding, Zeewolde
Duits buffet
20:00 uur Slotconcert in de Ludgeruskerk, Dronten
Amaryllis Dieltiens, sopraan; Lauren Armishaw, sopraan;
Nicola Wemyss, alt;Immo Schröder, tenor; Jelle Draijer, bas;
Apollo Ensemble o.l.v. David Rabinovich.
3
Waterschapshuis
09
aug Lelystad
vrij 20.15
Op een festival met Duitsland als themaland
kan en mag Telemann niet ontbreken. Als we
de rode draad (Bach) bekijken, was Telemann
aan alle kanten met Bach verbonden. Als
peetoom van Carl Philipp Emanuel Bach, als collega, als concurrent wellicht. Telemann was een
cultureel ondernemer ‘pur sang’, daarnaast een
zeer veelzijdig musicus én zeer succesvol. Bach
werd tijdens zijn leven gerespecteerd, maar
men gaf toch de voorkeur aan Telemann.
Na hun dood veranderde dat. Een tijd werd de
muziek van Telemann afgedaan als oppervlakkige veelschrijverij. Gelukkig is dat beeld nu weer
positief bijgesteld. Telemann had een grote
vakkennis van componeren, verdiepte zich in
allerlei stijlen en stond open voor zeer diverse
klankbeelden en variaties. Dat horen we ook in
dit concert. Een enorme speelsheid, openheid
en lust om te experimenteren. Bijzondere en afwisselende combinaties, zoals een kwartet voor
traverso, gamba, fagot en clavecimbel, het trio
voor viool, gamba en clavecimbel, of een kwartet voor traverso, viool, fagot en clavecimbel.
Bekende en onbekende muziek, dat is “Verrassend Telemann”
4
G.P. Telemann 1681-1767
Verrassende Kamermuziek
Opening van het festival door Andries Greiner, voorzitter
Parijzer Kwartet nr 4 in g mineur (Sonata Seconda)
Andante, Allegro, Largo, Allegro
Sonata in b for violin, viola da gamba and basso continuo
Largo, Vivace, Andante, Allegro
Quartet in G, for traverso, violin, bassoon and
basso continuo TWV 43:G11 Affettuoso, Allegro, Adagio, Allegro assai
De presentatie van de Telemann cd
Pauze
Concerto in b, for traverso, viola da gamba,
bassoon and basso continuo TWV 43:h3 Adagio, Vivace, Andante, Presto
Sonata in g for oboe, violin, basso continuo
(Essercizii Musici )
Mesto, Allegro, Andante-Largo-Andante, Vivace
Parijzer Kwartet nr 9 in G majeur (Nouveaux Quators nr 3)
Prélude – un peu vivement, Légèrement, Gracieusement, Vite, Modéré, Lentement – vite
Apollo Ensemble:
David Rabinovich viool
Ofer Frenkel, hobo
Cassandra Luckhardt, viola da gamba
Kate Clark, traverso
Thomas Oltheten, fagot
Marion Boshuizen clavecimbel
5
Apollo
ensemble
Het internationale Apollo Ensemble is een barokensemble dat
met durf en passie oude muziek speelt. De frisse interpretaties zijn wetenschappelijk onderbouwd. Het ensemble, opgericht in 1992, is wat de naam al zegt: Ensemble – “samen”
De musici van het Apollo Ensemble zijn internationale topmusici die als kerngroep in diverse bezettingen met elkaar
musiceren, van kleine triobezetting tot orkestbezetting, en
zijn altijd weer op zoek zijn naar de grenzen van het samenspelen. Er wordt gespeeld op authentieke instrumenten.
Het ensemble speelt op toonaangevende internationale podia
en festivals en maakt concertreizen naar Rusland, Kroatië,
Frankrijk, Canada en de Verenigde Staten. In 2009 gaf het ensemble een concert in Washington, met een speciaal samengesteld programma van Joodse Barokmuziek. Prompt kreeg
het een contract aangeboden bij Centaur Records.
Sinds 2002 organiseert het Apollo Ensemble de Apollo
Zomeracademie, een jaarlijkse happening die inmiddels is
uitgegroeid tot een internationale cursus voor kamermuziek.
Vanaf 2008 wordt de de Apollo zomeracademie voorafgegaan door een eigen festival “Travelling in Baroque”, een festival met muziek uit de 17e t/m 21e eeuw. In 2011 gaf het
Apollo Ensemble de zomeracademie voor het eerst ook in
Rusland, een opvallend internationaal initiatief dat navolging
krijgt in andere landen.
6
Zomerreis
10
aug noordoostpolder
za
10.00 - 17.00
De zomerreis is een muzikale reis langs verschillende Flevolandse locaties en start om 10:00
uur in de Hoeksteen in Emmeloord (Nagelerstraat 2). Na dit openingsconcert gaat het publiek
in drie groepen uiteen en zijn er drie concerten: om 11:45, om 14:00 en om 16:15
Op uw zomerreiskaartje staat de volgorde van de concerten en locaties aangegeven.
De concerten vinden plaats:
OLV van Altijddurende Bijstand, Zoudenbalchstraat 2 Ens
St. Jan de Doper, Noordermeent 2, Kraggenburg
Museum, Ring 23, Nagele
U kunt in het museum Nagele tussen de concerten door kijken naar de film ‘Berlin. Die
Sinfonie der Großstadt’ (1927. Dit is één van de bekendste filmische hymnes aan het grotestadsleven, waarin documentaire, avant-gardisme en abstractie onder begeleiding van
orkestmuziek samenkomen. Als één van de eerste zogenaamde stadssymfonieën is de film
bekend geworden als een schoolvoorbeeld van waar de synergie tussen cinema, modernisme
en de stad in Weimar-Duitsland (1919-1933) toe kon leiden. Berlin vertelt op documentaire en
visueel prikkelende wijze het verloop van een dag in het leven van de stedelijke massa’s. We
zien de stad ontwaken, werken en ontspannen – inclusief beelden van het toen al roemruchte
nachtleven. Niet alleen het visueel spektakel en regisseur Walter Ruttmann’s vernieuwende
ritmische montagetechnieken maken de film bijzonder; het is ook een historisch document
van hoe Berlijn eruit zag voor grote delen van de stad tijdens de Tweede Wereldoorlog in de as
werden gelegd.
Het is ook mogelijk om ter plekke losse kaarten te kopen.
7
de hoeksteen
10
aug emmeloord
za
10.00
Dietrich Buxtehude 1637-1707
Singet den Herrn sopraan, viool, bc BuxWV 98
Triosonate in g opus 2 nr 3 in g BuxWV 261
Suite in d voor clavecimbel, BuxWV 233 Allemande d’ Amour
Courante
Sarabande d’ Amour -Sarabande II
Gigue
Sicut Moses, cantate voor sopraan, 2 violen, gamba,
bc BuxWV 97. Apollo Ensemble:
Lauren Armishaw, sopraan
David Rabinovich en Rie Kimura, viool
Cassandra Luckhardt, viola da gamba
Marion Boshuizen, clavecimbel en orgel
Sicut Moses Tekst: Johannes 4:14-15
Sicut Moses exaltavit serpentem in deserto, ita exaltari oportet filium hominis
Ut omnis qui credit in eum, non pereat sed habeat vitam aeternam.
En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zo moet ook de zoon des mensen verhoogd worden, opdat een ieder, die gelooft, in hem eeuwig leven hebbe.
Singet dem Herrn Tekst: psalm 98: 1-4
Singet dem Herrn ein neues Lied, denn Er macht wunder: er sieget mit seiner rechten und mit
seinem heiligen Arm. Der Herr lässet sein Heil verkündigen, vor den Völker lässet er Seine Gerechtigkeit offenbaren. Er gedänkt an seine Gnade und Wahrheit dem Hause Israel. Aller Welt
Ende sehen das Heil unsers Gottes. Jauchzet dem Herrn alle Welt, singet, rühmet und lobet.
8
9
10
aug
za
olv van altijdurende
bijstand, ens
10.00 | 14.00 | 16.15
In 1840 schreef een geïnspireerde Robert
Schumann in één jaar het grootste en
belangrijkste deel van zijn liederen en in
hetzelfde jaar mocht hij eindelijk trouwen
met zijn geliefde Clara. Dichterliebe is in dit
jaar geschreven: 16 liederen op teksten van
Heinrich Heine die in tekst en muziek zoveel
verwantschap tonen, dat ze met recht een
cyclus vormen. Het feit dat zowel Robert
als Clara Schumann begenadigde pianisten
waren, is duidelijk te horen in de schoonheid
van de pianopartij, die in dit stuk eigenlijk
niet meer alleen ‘begeleiding’ mag heten.
Wij hebben het idee opgevat om deze cyclus
uit te breiden met twee pianosolo’s als
commentaar op de tekst: een Romanze van
Clara Schumann, na de eerste zes liederen
die eigenlijk toch vooral positief het thema
‘Liebe’ bezingen. En na het twaalfde lied,
waarin zo langzaamaan duidelijk is geworden
dat toch ‘Liebesleid’ het thema is geworden,
een Intermezzo van Brahms, die - in 1840
weliswaar nog maar 7 jaar oud - later een belangrijke vriend van het echtpaar Schumann
zou worden en over wiens verhouding met
Clara veelvuldig is gespeculeerd.
We kijken ernaar uit: een bijzonder programma in een bijzonder festival!
10
Robert Schumann Dichterliebe opus 48
1. Im wunderschönen Monat Mai
2. Aus meinen Tränen sprießen
3. Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne
4. Wenn ich in deine Augen seh’
5. Ich will meine Seele tauchen
6. Im Rhein, im heiligen Strome
Clara Schumann Romanze Op.21 / 1
7. Ich grolle nicht
8. Und wüßten’s die Blumen, die kleinen
9. Das ist ein Flöten und Geigen
10. Hör’ ich das Liedchen klingen
11. Ein Jüngling liebt ein Mädchen
12. Am leuchtenden Sommermorgen
Johannes Brahms Intermezzo Op 117 / 2
13. Ich hab’ im Traum geweinet
14. Allnächtlich im Traume seh’ ich dich
15. Aus alten Märchen
16. Die alten, bösen Lieder
Marcel Beekman, tenor
Ernst Munneke, piano
11
Robert schumaNN
Dichterliebe opus 48
Robert Schumann op gedichten uit “Buch der Lieder” van Heinrich Heine
1. Im wunderschönen Monat Mai
Im wunderschönen Monat Mai, als alle Knospen sprangen,
da ist in meinem Herzen die Liebe aufgegangen.
Im wunderschönen Monat Mai, als alle Vögel sangen, da hab’ ich ihr gestanden mein Sehnen und Verlangen.
2. Aus meinen Tränen sprieSSen
Aus meinen Tränen sprießen viel blühende Blumen hervor, und meine Seufzer werden ein Nachtigallenchor.
Und wenn du mich lieb hast, Kindchen, schenk’ ich dir die Blumen all, und vor deinem Fenster soll klingen das Lied der Nachtigall.
3. Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne
Die Rose, die Lilie, die Taube, die Sonne, die liebt’ ich einst alle in Liebeswonne.
Ich lieb’ sie nicht mehr, ich liebe alleine die Kleine, die Feine, die Reine, die Eine;
sie selber, aller Liebe Wonne, ist Rose und Lilie und Taube und Sonne,
ich liebe alleine die Kleine, die Feine, die Reine, die Eine!
4. Wenn ich in deine Augen seh’
Wenn ich in deine Augen seh’, so schwindet all mein Leid und Weh;
doch wenn ich küsse deinen Mund, so werd’ ich ganz und gar gesund.
Wenn ich mich lehn’ an deine Brust, kommt’s über mich wie Himmelslust; doch wenn du sprichst: ich liebe dich! so muß ich weinen bitterlich.
5. Ich will meine Seele tauchen
Ich will meine Seele tauchen in den Kelch der Lilie hinein; die Lilie soll klingend hauchen ein Lied von der Liebsten mein.
Das Lied soll schauern und beben, wie der Kuß von ihrem Mund,
den sie mir einst gegeben in wunderbar süßer Stund’.
6. Im Rhein, im schönen Strome
Im Rhein, im heiligen Strome, da spiegelt sich in den Well’n,
mit seinem großen Dome, das große, heilige Cöln.
Im Dom da steht ein Bildnis, auf goldenem Leder gemalt; in meines Lebens Wildnis hat’s freundlich hinein gestrahlt.
12
Es schweben Blumen und Englein um unsre liebe Frau; die Augen, die Lippen, die Wänglein, die gleichen der Liebsten genau.
7. Ich grolle nicht
Ich grolle nicht, und wenn das Herz auch bricht, ewig verlor’nes Lieb! ich grolle nicht.
Wie du auch strahlst in Diamantenpracht, es fällt kein Strahl in deines Herzens Nacht, das weiß ich längst.
Ich grolle nicht, und wenn das Herz auch bricht, Ich sah dich ja im Traume, und sah die Nacht in deines Herzens Raume, und sah die Schlang’, die dir am Herzen frißt, ich sah, mein Lieb, wie sehr du elend bist. 8. Und wüSSten’s die Blumen, die kleinen
Und wüßten’s die Blumen, die kleinen, wie tief verwundet mein Herz, sie würden mit mir weinen, zu heilen meinen Schmerz.
Und wüßten’s die Nachtigallen, wie ich so traurig und krank, sie ließen fröhlich erschallen erquickenden Gesang.
Und wüßten sie mein Wehe, die goldenen Sternelein, sie kämen aus ihrer Höhe, und sprächen Trost mir ein.
Sie alle können’s nicht wissen, nur Eine kennt meinen Schmerz; sie hat ja selbst zerrissen, zerrissen mir das Herz.
9. Das ist ein Flöten und Geigen
Das ist ein Flöten und Geigen, Trompeten schmettern darein;
da tanzt wohl den Hochzeitreigen die Herzallerliebste mein. Das ist ein Klingen und Dröhnen, ein Pauken und ein Schalmei’n; dazwischen schluchzen und stöhnen die lieblichen Engelein. 10. Hör’ ich das Liedchen klingen
Hör’ ich das Liedchen klingen, das einst die Liebste sang, so will mir die Brust zerspringen von wildem Schmerzendrang.
Es treibt mich ein dunkles Sehnen hinauf zur Waldeshöh’, dort löst sich auf in Tränen mein übergroßes Weh’. 11. Ein Jüngling liebt ein Mädchen
Ein Jüngling liebt ein Mädchen, die hat einen Andern erwählt; der Andre liebt eine Andre und hat sich mit dieser vermählt.
Das Mädchen nimmt aus Ärger den ersten besten Mann,
der ihr in den Weg gelaufen; der Jüngling ist übel d’ran.
Es ist eine alte Geschichte, doch bleibt sie immer neu;
und wem sie just passieret, dem bricht das Herz entzwei. 13
12. Am leuchtenden Sommermorgen
Am leuchtenden Sommermorgen geh’ ich im Garten herum. Es flüstern und sprechen die Blumen, ich aber wandle stumm.
Es flüstern und sprechen die Blumen, und schau’n mitleidig mich an: Sei unsrer Schwester nicht böse, du trauriger, blasser Mann. 13. Ich hab’ im Traum geweinet
Ich hab’ im Traum geweinet, mir träumte, du lägest im Grab. Ich wachte auf, und die Träne floß noch von der Wange herab.
Ich hab’ im Traum geweinet, mir träumt’, du verließest mich. Ich wachte auf, und ich weinte noch lange bitterlich.
Ich hab’ im Traum geweinet, mir träumte, du wär’st mir noch gut.
Ich wachte auf, und noch immer strömt meine Tränenflut. 14. Allnächtlich im Traume
Allnächtlich im Traume seh’ ich dich, und sehe dich freundlich grüßen, und laut aufweinend stürz’ ich mich zu deinen süßen Füßen.
Du siehest mich an wehmütiglich und schüttelst das blonde Köpfchen; aus deinen Augen schleichen sich die Perlen-Tränentröpfchen.
Du sagst mir heimlich ein leises Wort, und gibst mir den Strauß von Cypressen. Ich wache auf, und der Strauß ist fort, und’s Wort hab’ ich vergessen.
15. Aus alten Märchen
Aus alten Märchen winkt es hervor mit weißer Hand, da singt es und da klingt es von einem Zauberland;
wo bunte Blumen blühen im gold’nen Abendlicht, und lieblich duftend glühen, mit bräutlichem Gesicht;
und grüne Bäume singen uralte Melodei’n, die Lüfte heimlich klingen, und Vögel schmettern drein;
und Nebelbilder steigen wohl aus der Erd’ hervor,
und tanzen luft’gen Reigen, im wunderlichen Chor;
und blaue Funken brennen an jedem Blatt und Reis,
und rote Lichter rennen im irren, wirren Kreis;
und laute Quellen brechen aus wildem Marmorstein, und seltsam in den Bächen strahlt fort der Widerschein.
Ach, könnt’ ich dorthin kommen, und dort mein Herz erfreu’n,
und aller Qual entnommen, und frei und selig sein!
Ach! jenes Land der Wonne, das seh’ ich oft im Traum,
doch kommt die Morgensonne, zerfließt’s wie eitel Schaum. 14
16. Die alten, bösen Lieder
Die alten, bösen Lieder, die Träume bös’ und arg, die laßt uns jetzt begraben, holt einen großen Sarg.
Hinein leg’ ich gar manches, doch sag’ ich noch nicht, was; der Sarg muß sein noch größer, wie’s Heidelberger Faß.
Und holt eine Totenbahre und Bretter fest und dick; auch muß sie sein noch länger, als wie zu Mainz die Brück’.
Und holt mir auch zwölf Riesen, die müssen noch stärker sein, als wie der starke Christoph, im Dom zu Cöln am Rhein. Die sollen den Sarg forttragen, und senken ins Meer hinab; denn solchem großen Sarge gebührt ein großes Grab. Wisst ihr, warum der Sarg wohl so groß und schwer mag sein? Ich senkt’ auch meine Liebe und meinen Schmerz hinein.
15
Marcel
beekman
tenor
Tenor Marcel Beekman zingt zowel het barokke en klassieke,
als het hedendaagse concert- en operarepertoire. Hij trad
op met de Berliner Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Orkest van de Achttiende Eeuw, Les Arts Florissants, de orkesten van de omroep en het ASKO|Schönberg,
onder dirigenten als Sir Simon Rattle, William Christie, Reinbert de Leeuw, Iván Fischer, John Adams, Christophe Rousset
en Frans Brüggen. Hoewel bekend om zijn affiniteit met de
barok, bracht Marcel veel nieuw werk in première van componisten zoals Calliope Tsoupaki, Elmer Schönberger, Roderik
de Man en Maarten Altena op internationale concertpodia
en festivals. Een aanzienlijke reeks CD-opnamen getuigt van
zijn veelzijdigheid. Onder zijn operarepertoire vallen rollen
als Basilio [Le Nozze di Figaro], Pedrillo [Die Entführung aus
dem Serail], Berenice [L’Ipermestra], Valère & Damon [Les
Indes galantes], de titelrol in Willem Breukers Jona, Arnalta [L’Incoronazione di Poppea], Eumete [Il Ritorno d’Ulisse
in Patria], Casella in La Commedia van Louis Andriessen en
Zamar in Legende van Peter-Jan Wagemans. Beekman zong
bij De Nederlandse Opera, Theater an der Wien, Staatsoper
Stuttgart, Bregenzer Festspiele, Salzburger Osterfestspiele
en het Saito Kinen Festival Japan. Komend seizoen is Marcel Beekman opnieuw te gast bij De Nederlandse Opera en
Oper Stuttgart en maakt hij voorts zijn debuut in de titelrol
van Rameau’s Platée aan het Theater an der Wien, de Opéra
Comique in Parijs en het Lincoln Center in New York.
www.marcelbeekman.com
16
ERNst
Munneke
piano
Pianist Ernst Munneke maakt als repetitor deel uit van de muzikale staf van De Nederlandse Opera en heeft daarnaast een
intensieve concertpraktijk als pianist Ernst Munneke maakt
als repetitor deel uit van de muzikale staf van De Nederlandse
Opera en heeft daarnaast een intensieve concertpraktijk als
liedbegeleider en kamermusicus met vele zangers en instrumentalisten, waaronder Tania Kross, Thomas Oliemans, Marcel Beekman, Claron McFadden, José Scholte, Martijn Sanders
en Mattijs van de Woerd. Sinds 2007 maakt hij deel uit van
het Rietveld Ensemble met violiste Elisabeth Perry, klarinettiste
Nancy Braithwaite en cellist Matthias Naegele.
Hij is onder meer te beluisteren op de -met een Edison bekroonde- debuut-cd ‘Corazon’ van de mezzo-sopraan Tania
Kross (Philips), met wie hij tevens optrad in de serie ‘Rising
Stars’, waarbij ze concerten gaven door heel Europa en in
New York (Carnegie Hall).
Voor het label ‘Deutsche Grammophon’ nam hij met tenor
Marcel Beekman de door Jan Rot vertaalde versie van Schubert’s Die Schöne Müllerin op en met bariton Mattijs van
de Woerd nam hij onlangs ‘De Ballade van de Gasfitter’ van
Klaas ten Holt op.
Hij studeerde bij Alan Weiss, Jan Wijn en Håkon Austbø aan
de conservatoria van Utrecht en Amsterdam. Hij specialiseerde zich in liedbegeleiding bij Rudolf Jansen en volgde
onder andere masterclasses bij Dietrich Fischer-Dieskau. Hij
studeerde bovendien aan het Brevard Music Center in North
Carolina, nam deel aan het Manchester Music Festival in
Vermont en was in de zomer van 2007 ‘Vocal Piano Fellow’
op het gerenommeerde Tanglewood Music Festival in Massachussetts, allemaal in de Verenigde Staten.
Hij behaalde diverse prijzen, waaronder de eerste prijs op het
Belvedere Wettbewerb für Opern-Korrepetition in Wenen.
17
st jan de doper
10
aug kraggenburg
za
10.00 | 14.00 | 16.15
Johannes Brahms schreef zijn klarinetkwintet in de lente en zomer van 1891 in Bad Ischl.
Johannes Brahms had zich eigenlijk voorgenomen het rustiger aan te doen. Toen hoorde hij
Richard Mühlfeld spelen. Het was de kennismaking met deze klarinettist Richard Mühlfeld
die maakte dat Brahms alles wilde weten over de techniek en de klankmogelijkheden van de
klarinet. Zijn avonden met Mühlfeld leidden tot het Klarinetkwintet op.115 en het Klarinettrio
op.114. De klank van de klarinet wordt van oudsher omschreven als warm, zacht en week,
karakteriseringen die Brahms tot de seksistische maar onschuldig bedoelde en grappige koosnaam ‘Fräulein Klarinette’ brachten. De weekheid wordt in beide werken ten volle benut door
middel van gematigde tempi, een hoog gehalte aan lyriek, een melancholieke mineurkleuring
en expressieve modulaties. Dat alles versterkt de klankkleur van het blaasinstrument, ofschoon
het allerminst concertant op de voorgrond treedt. Ondanks de lofzang op de klarinet streeft
Brahms naar een optimale gelijkwaardigheid van de instrumenten.
Johannes Brahms 1833-1897
Kwintet in b mineur opus 115
Allegro
Adagio
Andantino/ Presto assai ma con sentimento
Con moto
Sinuet Ensemble
Frank van den Brink, klarinet
Alida Schat, viool
Heleen Hulst, viool
Martina Forni, altviool
Mick Sterling, cello
18
Frank
van den
Brink
klarinet
Frank van den Brink bezocht de conservatoria van Amsterdam en Den Haag en studeerde af met onderscheiding. Op
20-jarige leeftijd werd hij aangesteld als solo-klarinettist van
het Noord Nederlands Orkest.Cerberustrio en het Ensemble
Modern Frankfurt. Als bespeler van de ‘klassieke’ klarinet was
hij enige jaren 1e klarinettist van ‘Anima Eterna’ o.l.v. Jos van
Immerseel, werkte hij met ‘Les Arts Florissants’ o.l.v. William
Christie, het Schonbrunn-ensemble en maakt hij deel uit
van de ‘Van Swieten Society’. Op een speciaal nagebouwde
authentieke Mozart-bassetklarinet voerde hij onlangs, met
de Mozart Akademie o.l.v. Jaap ter Linden, een aantal malen
Mozart’s klarinetconcert uit. Als solist trad Frank van den
Brink voorts op met orkesten in binnen- en buitenland,
zoals het Radio Filharmonisch Orkest, Het Noord Nederlands
Orkest, het Noordhollands Philharmonisch, Nieuw Sinfonietta
Amsterdam, Europees Kamerorkest ‘Per Musica’ en ‘Covent
Garden Sinfonietta’, het Moravisch Filharmonisch Orkest en
het Filharmonisch Orkest van Tblisi
19
museum nagele
11
aug nagele
za
10.00 | 14.00 | 16.15
Dreimal sieben Gedichte
aus Albert Girauds
“Lieder des Pierrot Lunaire”
(deutsch von Otto Erich Hartleben), Vertaling: Micha Hamel
für eine Sprechstimme, Klavier, Flöte (auch Piccolo),
Klarinette (auch BaSSklarinette),
Violine(auch Bratsche) und Violoncell (Melodramen)
von
Arnold Schönberg
Op.21
In drei Teilen
Rezitation: Michaela Riener
Ensemble bloedrood:
Anna van Nieukerken (Klavier)
Anne-Marie Volten (Violine und Bratsche)
Sanne van der Horst (Violoncello)
Rob van Dord (Flöte und Piccolo)
Annette Schenk ( Klarinette und Baßklarinette)
20
ensemble
bloedrood
Ensemble BloedRood bestaat uit zes jonge gedreven musici
die vastbesloten zijn zich in deze tijden van vervlakking en
bezuinigingen niet uit het veld te laten slaan. Het gelooft in
de kracht van dit meesterwerk en is ervan overtuigd dat het
een groot en nieuw publiek verdient. Een eeuw na de première in Berlijn voert zij het stuk opnieuw op, om te kijken of de
recensent van de Münchener Zeitung gelijk had. Misschien
heeft iets werkelijk nieuws inderdaad honderd jaar nodig om
volledig op waarde geschat te kunnen worden.
Exact een eeuw geleden zorgde de toen relatief onbekende
componist Arnold Schönberg voor een heus schandaal.
Op 16 oktober 1912 ging het melodrama Pierrot Lunaire
in Berlijn in première en zoals te verwachten was werd zijn
stuk niet door iedereen met open armen ontvangen.
Hoewel het publiek zich over het algemeen beschaafd gedragen schijnt te hebben was er ook sprake van het nodige
gesis en boegeroep. Met name de sprechstimme, een techniek waarbij gezongen noch gesproken wordt, klonk voor
veel mensen als ‘het kapot smijten van een duur porseleinen servies’. Ook de radicale manier waarop de instrumenten werden gebruikt stuitte op het nodige commentaar. ‘Ja,
nu kan ik dus ook pianospelen!’ klonk het uit de zaal.
Hoewel het door het ‘gewone’ publiek in die tijd hooguit
als curiosum werd beschouwd, vond het stuk wel direct
grote waardering onder musici en componisten. Zij realiseerden zich al snel dat ze hier te maken hadden met een
stuk dat een blijvende invloed zou hebben op de ontwikkeling van klassieke muziek. En dat is ook gebleken.
21
22
1. Mondestrunken
Den Wein, den man mit Augen trinkt,
Gießt Nachts der Mond in Wogen nieder,
Und eine Springflut überschwemmt
Den stillen Horizont.
1. Maandronken
De maan giet ’s nachts in golven wijn uit,
Een wijn die met de ogen gedronken wordt
De stille horizon wordt als door een springvloed overspoeld.
Gelüste schauerlich und süß,
Durchschwimmen ohne Zahl die Fluten!
Den Wein, den man mit Augen trinkt,
Gießt Nachts der Mond in Wogen nieder.
Talloze begeerten, huiveringwekkend en zoet
Doorzwemmen deze wateren!
De maan giet ’s nachts in golven wijn uit,
Een wijn die met de ogen gedronken wordt
Der Dichter, den die Andacht treibt,
Berauscht sich an dem heilgen Tranke,
Gen Himmel wendet er verzückt
Das Haupt und taumelnd saugt und schlürft er
Den Wein, den man mit Augen trinkt.
De dichter, door passie gedreven,
Bedrinkt zich aan deze heilige drank,
Verrukt wendt hij zijn hoofd hemelwaarts en
Tollend zuigt en slurpt hij van
De wijn die met de ogen gedronken wordt
2. Colombine
Des Mondlichts bleiche Bluten,
Die weißen Wunderrosen,
Blühn in den Julinachten O brach ich eine nur!
2. Colombine
Bloemen, bleek van maanlicht,
Witte wonderrozen bloeien
In de Julinachten – o, vond ik er
Maar eentje om te plukken!
Mein banges Leid zu lindern,
Such ich am dunklen Strome
Des Mondlichts bleiche Blüten,
Die weißen Wunderrosen.
Om mijn bange lijden te verzachten
zoek ik langs de donkere rivier naar
Bloemen, bleek van maanlicht,
Witte wonderrozen
Gestillt war all mein Sehnen,
Dürft ich so märchenheimlich,
So selig leis - entblättern
Auf deine brauenen Haare
Des Mondlichts bleiche Blüten!
Al mijn verlangens zouden gestild zijn
Mocht ik sprookjesachtig één voor één,
Zo zalig zacht de blaadjes afplukken,
Jouw bruine haar overstrooiend met
Bloemen, bleek van maanlicht!
3. Der Dandy
Mit einem phantastischen Lichtstrahl
Erleuchtet der Mond die krystallnen Flacons
Auf dem schwarzen, hochheiligen Waschtisch
Des schweigenden Dandys von Bergamo.
3. De Dandy
Met een fantastische lichtstraal
Verlicht de maan de kristallen flacons
Op de zwarte, hoogst heilige wastafel
Van de zwijgende dandy van Bergamo.
In tönender, bronzener Schale
Lacht hell die Fontaine, metallischen Klangs.
Mit einem phantastischen Lichtstrahl
Erleuchtet der Mond die krystallnen Flacons.
In het bronzen wasbekken klinkt het hoge,
Metalen lachje van het fonteintje.
Met een fantastische lichtstraal
Verlicht de maan de kristallen flacons.
Pierrot mit dem wächsernen Antlitz
Steht sinnend und denkt: wie er heute sich
schminkt?
Fort schiebt er das Rot und das Orients Grün
Und bemalt sein Gesicht in erhabenem Stil
Mit einem phantastischen Mondstrahl
Pierrot, met z’n wasbleke gezicht staat en
Beraadt zich: hoe zich vandaag eens te schminken?
Weg schuift hij het rood, het oriëntaals groen
En beschildert zijn gezicht in grootse stijl
Met een fantastische manestraal.
4. Eine blasse Wäscherin
Eine blasse Wäscherin
Wäscht zur Nachtzeit bleiche Tücher;
Nackte, silberweiße Arme
Streckt sie nieder in die Flut.
4. Een bleke wasvrouw
Een bleke wasvrouw
Wast witte lakens ‘s nachts
Ze strekt haar naakte
Zilverwitte armen in de rivier
Durch die Lichtung schleichen Winde,
Leis bewegen sie den Strom.
Eine blasse Wäscherin
Wäscht zur Nachtzeit bleiche Tücher.
Op de open plek in het bos sluipen tere
briesjes die het water licht beroeren
Een bleke wasvrouw
Wast witte lakens ‘s nachts
Und die sanfte Magd des Himmels,
Von den Zweigen zart umschmeichelt,
Breitet auf die dunklen Wiesen
ihre lichtgewobnen Linnen Eine blasse Wäscherin.
En de zachtmoedige, hemelse maagd
Door de twijgen lieflijk gestreeld
Spreidt op de donkere weide
Haar fijngeweven linnengoed
Een bleke wasvrouw
5. Valse de Chopin
Wie ein blasser Tropfen Bluts
Färbt die Lippen einer Kranken,
Also ruht auf diesen Tönen
Ein vernichtungssüchtger Reiz.
5. Valse de Chopin
Zoals een bleke druppel bloed
De lippen van een zieke kleurt
Zo rust op deze tonen een vloek van
Vernietigende aantrekkingskracht
Wilder Lust Accorde stören
Der Verzweiflung eisgen Traum Wie ein blasser Tropfen Bluts
Färbt die Lippen einer Kranken.
Akkoorden van wilde lust verstoren
De ijzige droom van vertwijfeling –
Zoals een bleke druppel bloed
De lippen van een zieke kleurt
Heiß und jauchzend, süß und schmachtend,
Melancholisch düstrer Walzer,
Kommst mir nimmer aus den Sinnen!
Haftest mir an den Gedanken,
Wie ein blasser Tropfen Bluts!
Heet en juichend, zoet en smachtend,
Jij, melancholisch duistere wals, jij
Houdt mijn ziel gevangen!
Je klinkt je vast aan mijn gedachten
Als een bleke druppel bloed!
6. Madonna
Steig, o Mutter aller Schmerzen,
Auf den Altar meiner Verse!
6. Madonna
O moeder aller smarten
Bestijg het altaar van mijn verzen!
23
24
Blut aus deinen magren Brusten
Hat des Schwertes Wut vergossen.
De woede van het zwaard heeft
Het bloed uit uw magere borsten vergoten
Deine ewig frischen Wunden
Gleichen Augen, rot und offen.
Steig, o Mutter aller Schmerzen,
Auf den Altar meiner Verse!
Uw eeuwig verse wonden
Lijken ogen, rood en open.
O moeder aller smarten
Bestijg het altaar van mijn verzen!
In den abgezehrten Händen
Hältst du deines Sohnes Leiche.
Ihn zu zeigen aller Menschheit Doch der Blick der Menschen meidet
Dich, o Mutter aller Schmerzen!
In uw uitgeteerde handen
Houdt u het lijk van uw zoon
Om hem aan de mensheid te tonen –
Doch de blik der mensen mijdt
U, moeder aller smarten
7. Der kranke Mond
Du nächtig todeskranker Mond
Dort auf des Himmels schwarzem Pfühl,
Dein Blick, so fiebernd übergroß,
Bannt mich wie fremde Melodie.
7. De zieke maan
Jij nachtelijke, doodzieke maan
Daar op het zwarte hemelkussen,
Jouw blik, zo overvol van hunkering,
Betovert mij gelijk een vreemde melodie.
An unstillbarem Liebesleid
Stirbst du, an Sehnsucht, tief erstickt,
Du nächtig todeskranker Mond
Dort auf des Himmels schwarzem Pfühl.
Aan onstilbaar liefdesverdriet
Sterf jij, aan gesmoord verlangen
Jij nachtelijke, doodzieke maan
Daar op het zwarte hemelkussen.
Den Liebsten, der im Sinnenrausch
Gedankenlos zur Liebsten schleicht,
Belustigt deiner Strahlen Spiel Dein bleiches, qualgebornes Blut,
Du nächtig todeskranker Mond.
De verliefde, die gek van geilheid
Gedachteloos naar zijn liefje sluipt
Verheugt zich in het spel van jouw stralenJouw bleke, vervloekte bloed
Jij nachtelijke, doodzieke maan
8. Nacht
Finstre, schwarze Riesenfalter
Töteten der Sonne Glanz.
Ein geschlossnes Zauberbuch,
Ruht der Horizont - verschwiegen.
8. Nacht
Duistere, zwarte reuzenvlinders
Doodden de zonneglans.
Als een gesloten toverboek
Rust de horizon – zwijgend.
Aus dem Qualm verlorner Tiefen
Steigt ein Duft, Erinnrung mordend!
Finstre, schwarze Riesenfalter
Töteten der Sonne Glanz.
Uit de walmende, vergeten diepten
Stijgt een geur die herinnering vermoordt!
Duistere, zwarte reuzenvlinders
Doodden de zonneglans.
Und vom Himmel erdenwärts
Senken sich mit schweren Schwingen
Uit de hemel daalt het ongedierte
Onzichtbaar met zware vlerken
Unsichtbar die Ungetume
Auf die Menschenherzen nieder...
Finstre, schwarze Riesenfalter.
Naar de aarde af
Op de mensenharten neer...
Duistere, zwarte reuzenvlinders.
9. Gebet an Pierrot
Pierrot! Mein Lachen
Hab ich verlernt!
Das Bild des Glanzes
Zerfloß - Zerfloß!
9. Smeekbede aan Pierrot
Pierrot! Mijn lachen
Heb ik verleerd!
Het schitterende plaatje
Is verkleurd – vervaagd!
Schwarz weht die Flagge
Mir nun vom Mast.
Pierrot! Mein Lachen
Hab ich verlernt!
Zwart wappert de vlag
Bij mij nu aan de mast.
Pierrot! Mijn lachen
Heb ik verleerd!
O gieb mir wieder,
Roßarzt der Seele,
Schneemann der Lyrik,
Durchlaucht vom Monde,
Pierrot - mein Lachen!
O geef mij weer terug,
Jij veearts van de ziel,
Sneeuwman van de lyriek,
Uwe Doorluchtigheid Maanman:
Pierrot – mijn lachen!
10. Raub
Rote, fürstliche Rubine,
Blutge Tropfen alten Ruhmes,
Schlummern in den Totenschreinen,
Drunten in den Grabgewolben.
10. Roof
Rode, vorstelijke robijnen,
Bloedige druppels van oude luister
Sluimeren in doodskisten,
In onderaardse grafgewelven.
Nachts, mit seinen Zechkumpanen,
Steigt Pierrot hinab - zu rauben
Rote, fürstliche Rubine,
Blutge Tropfen alten Ruhmes.
’s Nachts, samen met zijn kroegmaatjes
daalt Pierrot af – om te stelen
Rode, vorstelijke robijnen,
Bloedige druppels van oude luister
Doch da - strauben sich die Haare,
Bleiche Furcht bannt sie am Platze:
Durch die Finsternis - wie Augen! Stieren aus den Totenschreinen
Rote, fürstliche Rubine.
Maar zie – hun haren rijzen ten berge,
IJselijke angst nagelt hen aan de grond:
Dwars door de duisternis staren
– Als ogen! – uit de doodskisten
Rode, vorstelijke robijnen.
11. Die rote Messe
Zu grausem Abendmahle,
Beim Blendeglanz des Goldes,
Beim Flackerschein der Kerzen,
Naht dem Altar - Pierrot!
11. Rode Mis
Bij het gruwelijke avondmaal
In de schitterende glans van het goud
Bij het flakkeren der kaarsen
Nadert onze Pierrot het altaar
25
26
Die Hand, die gottgeweihte,
Zerreißt die Priesterkleider
Zu grausem Abendmahle,
Beim Blendeglanz des Goldes
Zijn hand, door God gewijd,
Verscheurt de priesterkleren
Bij het gruwelijke avondmaal
In de schitterende glans van het goud
Mit segnender Gebärde
Zeigt er den bangen Seelen
Die triefend rote Hostie:
Sein Herz - in blutgen Fingern Zu grausem Abendmahle!
Met zegenende gebaren
Toont hij aan de bange zielen
De druipend rode hostie:
Zijn hart – in zijn bloederige vingers –
als gruwelijk avondmaal!
12. Galgenlied
Die dürre Dirne
Mit langem Halse
Wird seine letzte
Geliebte sein.
12. Galgenlied
De spichtige slet
Met die lange hals
Zal zijn laatste
geliefde zijn
In seinem Hirne
Steckt wie ein Nagel
Die dürre Dirne
Mit langem Halse.
In zijn kop
Draait het dol
Door die spichtige slet
Met die lange hals
Schlank wie die Pinie,
Am Hals ein Zöpfchen Wollüstig wird sie
Den Schelm umhalsen,
Die dürre Dirne!
Slank als een den
Haar in een vlecht
Wellustig omstrengelt
Zij de schelm
De spichtige slet!
3. Enthauptung
Der Mond, ein blankes Türkenschwert
Auf einem schwarzen Seidenkissen,
Gespenstisch groß - dräut er hinab
Durch schmerzendunkle Nacht.
13. Onthoofding
De maan, een Turks kromzwaard
Op een zwartzijden kussen
Monsterlijk groot – dreigend geheven
In de angstwekkend donkere nacht.
Pierrot irrt ohne Rast umher
Und starrt empor in Todesängsten
Zum Mond, dem blanken Türkenschwert
Auf einem schwarzen Seidenkissen.
Pierrot ijsbeert rusteloos en staart
in doodsangst omhoog naar
De maan, een turks kromzwaard
Op een zwartzijden kussen.
Es schlottern unter ihm die Knie,
Ohnmächtig bricht er jäh zusammen.
Er wähnt: es sause strafend schon
Auf seinen Sünderhals hernieder
Der Mond, das blanke Türkenschwert.
Zijn knieën knikken, plotseling
Stort hij ter aarde, buiten zinnen,
In de waan dat de maan straffend
Op zijn zondaarshals neersuist
De maan, een turks kromzwaard.
14. Die Kreuze
Heilge Kreuze sind die Verse,
Dran die Dichter stumm verbluten,
Blindgeschlagen von der Geier
Flatterndem Gespensterschwarme!
14.De Kruizen
Heilige Kruizen zijn de verzen
Waarop de dichters in stilte doodbloeden
Blindgeslagen door de gieren
Fladderende spokenzwerm!
In den Leibern schwelgten Schwerter,
Prunkend in des Blutes Scharlach!
Heilge Kreuze sind die Verse,
Dran die Dichter stumm verbluten.
In hun lijven zwolgen de zwaarden
Pronkend met het scharlaken van hun bloed!
Heilige Kruizen zijn de verzen
Waarop de dichters in stilte doodbloeden
Tot das Haupt - erstarrt die Locken Fern, verweht der Lärm des Pöbels.
Langsam sinkt die Sonne nieder,
Eine rote Königskrone. Heilge Kreuze sind die Verse!
Dood, het hoofd – de krullen verstard –
Ver weg verwaait het lawaai van het gepeupel
Langzaam zinkt de zon neder,
Een rode koningskroon.
Heilige Kruizen zijn de verzen!
15. Heimweh
Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen
Aus Italiens alter Pantomime,
Klingts herüber: wie Pierrot so holzern,
So modern sentimental geworden.
15. Heimwee
Lieflijk klagend – een kristallen zuchtje
Uit Italië’s oude Pantomimespel. Bereikt hem
hier: hoe Pierrot toch zo onbeholpen,
Zo modern sentimenteel geworden is.
Und es tönt durch seines Herzens Wüste,
Tönt gedämpft durch alle Sinne wieder,
Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen
Aus Italiens alter Pantomime.
En het weerklinkt in de woestijn van zijn hart,
Het weerklinkt gedempt telkens door zijn gedachten heen. Lieflijk klagend – een kristallen
zuchtje. Uit Italië’s oude Pantomimespel
Da vergißt Pierrot die Trauermienen!
Durch den bleichen Feuerschein des Mondes,
Durch des Lichtmeers Fluten - schweift die
Sehnsucht
Kühn hinauf, empor zum Heimathimmel
Lieblich klagend - ein krystallnes Seufzen!
Daar vergeet Pierrot zelfs zijn pruillip te trekken! Door de bleke vuurschijn van de maan
Door de stromingen in de lichtzee – baant het
verlangen.
Zich dapper een weg omhoog tot aan de
hoge hemel van zijn vaderstad
Lieflijk klagend – een kristallen zuchtje
16. Gemeinheit
In den blanken Kopf Cassanders,
Dessen Schrein die Luft durchzetert,
Bohrt Pierrot mit Heuchlermienen,
Zärtlich - einen Schädelbohrer!
16. Gemeenheid
In de blanke kop van Kassander
Die krijsend moord en brand schreeuwt
Boort Pierrot met schijnheilige smoel
Lieflijk – een gaatje met de schedelboor!
Darauf stopft er mit dem Daumen
Seinen echten türkischen Taback
Dan stopt hij met beide duimen
Zijn authentieke Turkse tabak
27
In den blanken Kopf Cassanders,
Dessen Schrein die Luft durchzetert!
In de blanke kop van Kassander
Die krijsend moord en brand schreeuwt
Dann dreht er ein Rohr von Weichsel
Hinten in die glatte Glatze
Und behäbig schmaucht und pafft er
Seinen echten türkischen Taback
Aus dem blanken Kopf Cassanders!
Dan draait hij een pijpensteel van kersenhout
In het achterhoofd van de kaalkop
En behaaglijk smakt en paft hij
Zijn authentieke Turkse tabak
Uit de blanke kop van Kassander!
17. Parodie
Stricknadeln, blank und blinkend,
In ihrem grauen Haar,
Sitzt die Duenna murmelnd,
Im roten Röckchen da.
17. Parodie
Breinaalden, blank en blinkend
In het grijze haar gestoken
Zit daar de werkster mompelend
In haar rode rokje
Sie wartet in der Laube,
Sie liebt Pierrot mit Schmerzen,
Stricknadeln, blank und blinkend,
In ihrem grauen Haar.
Zij wacht in het tuinhuisje
Zo verliefd op Pierrot dat het pijn doet
Breinaalden, blank en blinkend
In het grijze haar gestoken
Da plötzlich - horch! - ein Wispern!
Ein Windhauch kichert leise:
Der Mond, der böse Spötter,
Äfft nach mit seinen Strahlen Stricknadeln, blink und blank.
Dan plotseling –hoor!- gefluister!
Een zuchtje wind giechelt zacht:
De maan, die boze pestkop
Aapt na met zijn stralen haar
Breinaalden, blank en blinkend
18. Der Mondfleck
Einen weißen Fleck des hellen Mondes
Auf dem Rücken seines schwarzen Rockes,
So spaziert Pierrot im lauen Abend,
Aufzusuchen Glück und Abenteuer.
18. De maanvlek
Een witte vlek van de heldere maan
Op de rug van zijn zwarte pak
Zo wandelt Pierrot die zachte avond
Op zoek naar geluk en avontuur
Plötzlich - stört ihn was an seinem Anzug,
Er beschaut sich rings und findet richtig Einen weißen Fleck des hellen Mondes
Auf dem Rücken seines schwarzen Rockes.
Plotseling stoort hem iets aan zijn kostuum
Hij inspecteert voor- en achterkant en inderdaad vindt
Een witte vlek van de heldere maan
Op de rug van zijn zwarte pak
Warte! denkt er: das ist so ein Gipsfleck!
Wischt und wischt, doch - bringt ihn nicht
herunter!
Und so geht er, giftgeschwollen, weiter,
Reibt und reibt bis an den frühen Morgen -Einen weißen Fleck des hellen Mondes.
28
Wacht! denkt hij: dat is zo’n gipsvlek!
Hij veegt en veegt, maar – krijgt hem niet weg!
En zo gaat hij ziek van frustratie verder,
Wrijft en wrijft tot de vroege ochtend
Een witte vlek van de heldere maan
9. Serenade
Mit groteskem Riesenbogen
Kratzt Pierrot auf seiner Bratsche,
Wie der Storch auf einem Beine,
Knipst er trüb ein Pizzicato.
19. Serenade
Met een groteske reuzenstrijkstok
Krast Pierrot op zijn altviool
Gelijk een ooivaar op één been
Tokkelt hij droef een pizzicato
Plötzlich naht Cassander - wütend
Ob des nächtgen Virtuosen Mit groteskem Riesenbogen
Kratzt Pierrot auf seiner Bratsche.
Plotseling stormt Kassander op hem toe
Woedend op de nachtelijke virtuoos.
Met een groteske reuzenstrijkstok
Krast Pierrot op zijn altviool
Von sich wirft er jetzt die Bratsche:
Mit der delikaten Linken
Faßt den Kahlkopf er am Kragen Träumend spielt er auf der Glatze
Mit groteskem Riesenbogen.
Gooit zijn altviool opzij en:
Vat met delicate linkerhand
de kaalkop in zijn kraag –
Dromend speelt hij op diens gladde schedel
Met een groteske reuzenstrijkstok
20. Heimfahrt
Der Mondstrahl ist das Ruder,
Seerose dient als Boot;
Drauf fährt Pierrot gen Süden
Mit gutem Reisewind.
20. Thuisreis
Een manestraal is het roer
Een waterlelie dient als boot
Zo vaart Pierrot zuidwaarts
onder gunstige wind
Der Strom summt tiefe Skalen
Und wiegt den leichten Kahn.
Der Mondstrahl ist das Ruder,
Seerose dient als Boot.
De rivier neuriet diepe toonladders
En wiegt het lichte bootje
Een manestraal is het roer
Een waterlelie dient als boot
Nach Bergamo, zur Heimat,
Kehrt nun Pierrot zurück;
Schwach dämmert schon im Osten
Der grüne Horizont.
Der Mondstrahl ist das Ruder
Naar Bergamo, naar ’t vaderland
Keert Pierrot nu terug,
Zwak schemert reeds in het oosten
De groene horizon.
Een manestraal is het roer
21. O alter Duft
O alter Duft aus Märchenzeit,
Berauschest wieder meine Sinne;
Ein närrisch Heer von Schelmerein
Durchschwirrt die leichte Luft.
21. O oude geur
O oude geur uit de sprookjestijd
Betover mijn zintuigen nog één keer!
Een doldwaas leger van schelmenstreken
Gonst door de ijle lucht.
Ein glückhaft Wünschen macht mich froh
Nach Freuden, die ich lang verachtet:
O alter Duft aus Märchenzeit,
Berauschest wieder mich!
Een gelukzalig verlangen naar een lang
Versmade vreugde maakt mij blij:
O oude geur uit de sprookjestijd
Betover mij nog eens!
All meinen Unmut gab ich preis;
Aus meinem sonnumrahmten Fenster
Beschau ich frei die liebe Welt
Und träum hinaus in selge Weiten...
O alter Duft - aus Märchenzeit!
Al mijn wrevel liet ik los,
Uit mijn zonomrande venster
beschouw ik vrij de lieve wereld
En droom verder in zalige verten...
O oude geur uit de sprookjestijd
29
de verbeelding
11
aug zeewolde
zo
15.00
De zondag staat in het teken van Johann Sebastian Bach en zijn zoon Carl Philipp Emanuel.
In het middagconcert werken van CPE Bach, door Kate Clark en Anthony Romaniuk. CPE Bach
was een belangrijke vertegenwoordiger van de Empfindsame Stil. Deze stroming, die sterk de
nadruk legt op emotie van het moment. De polyfonie, waar JS Bach zo om bekend staat, werd
naar de achtergrond geduwd, en vervangen door zeer expressieve, beweeglijke en verfijnde
melodielijnen. De stijl, die maar kort heeft gebloeid, vormt een schakel tussen de barok en het
vroege classicisme. Het programma wordt zeer toepasselijk aangeduid en samengevat met de
titel:
The melancholy, madness and magic of Carl Phillip Emanuel Bach.
En na het concert:
Een heerlijk Duits buffet, met natuurlijk in ieder geval een deftige
Fleisch-Gemüse-eintopf, Berliner Buletten, Zwiebelkuchen, Schwabischer
Kartoffelsalat, Rot-und Weisskohlsalat en een variatie aan Kuchen, waaronder
de onvolprezen Bienenstich.
Het buffet is gemaakt door Rudy Pilon
En de wijn erbij:
Muziek en wijn… Je zou kunnen zeggen: een klassieke combinatie. Onderzoeken van enkele
universiteiten hebben al uitgewezen dat muziek het genot van het drinken van een glas wijn
kan versterken. In de prachtige ambiance van De Verbeelding in Zeewolde kunt u na de klanken van Carl Phillip Emanuel Bach op zondagmiddag genieten van Duitse wijnen. Deze wijnen
worden gesponsord door KijkopWijn.nl, een wijnhandel uit Zeewolde. KijkopWijn.nl levert
wijnen en relatiegeschenken via internet en wijnproeverijen en eigenaresse en vinoloog Astrid
Stoops zal deze middag aanwezig zijn om u iets te vertellen over de wijnen: een Riesling uit
Rheinhessen en een rode blend uit de Pfalz.
Laat u na de magie van de muziek van Carl Phillip Emanuel Bach meenemen door de magie
van Duitse wijnen. Geniet van een bijzondere middag in De Verbeelding in Zeewolde…
30
The melancholy, madness and magic
of Carl Phillip Emanuel Bach
Sonates voor fluit en fortepiano
Kate Clark – flute
Anthony Romaniuk - Fortepiano
1. Sonata in a kl voor fluit en fortepiano Wq 128
Andante
Allegro
Vivace (con variationi)
2. Sonata in E gr voor fluit en pianoforte (obligato) Wq 84
Allegretto
Adagio di molto
Allegro assai
3. Fantasia in A Major Wq 58/7
4. 2. Sonata in a kl voor fluit solo Wq 132
Poco Adagio
Allegro
Allegro
5. “Hamburger Sonata” in G gr voor fluit en fortepiano Wq 133
Allegretto
Rondo (presto)
31
Anthony
Romaniuk
piano
Geboren te Brisbane in een familie met een sterke muzikale
traditie, begon de Anthony Romaniuk zijn pianostudie bij
Joyce Bennett voordat hij op 18-jarige leeftijd verhuisde naar
New York. Gedurende zes jaar werkte hij daar freelance in de
nieuwe muziek-scene en programmeerde hij twee concertseries. Van 2001 tot 2005 was de hij de muziekdirecteur in de
Advent Lutherse Kerk te Manhattan.
In 2007 maakte hij twee cd’s (Melba Recordings): Franz
Schuberts ‘Winterreise’ met de internationale stertenor Steve
Davislim en kamermuziek van Maurice Ravel met de jonge,
veelbelovende violist Kristian Winther.
Als continuo-speler verscheen hij met onder andere Vox
Luminis en Les Muffatti, en ook als de officiële begeleider
op de Premio Bonporti (2010, Rovereto, Italië – voorgezeten
door Enrico Gatti) en de Internationaler Solistenwettbewerb
(2010, Schärding, Oostenrijk -onder voorzitterschap van Ton
Koopman).
In augustus 2011 werd Anthony Romaniuk bekroond met
de eerste prijs tijdens het Westfield International Pianoforte
concours in Ithaca, New York, USA, en in 2010 werd hij
laureaat van de internationale Musica Antiqua Fortepiano
wedstrijd in Brugge, België. In het seizoen 2012-13 zal hij
een solo-tournee door de USA maken, als onderdeel van
de prijs van het Westfield concours. Recent sloot de heer
Romaniuk zijn studie aan het Conservatorium van Amsterdam
af met het behalen van zijn Master-diploma onder leiding van
Richard Egarr. Tevens behaalde hij diploma’s aan de Manhattan School of Music, USA (2003 – moderne piano) en het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag, Nederland (2009 –
klavecimbel en pianoforte).
Anthony Romaniuk werkte nauw samen met Jacques Ogg,
Daniël Epstein, Bart Van Oort en Patrick Ayrton. Momenteel
studeert hij bij Sally Sargent.
32
kate
clark
fluit
Kate Clark groeide op in Sydney. Als kind hield ze al van oude
muziek en vanaf haar 19e was ze in de ban van historische
fluiten.
Muziekstudies in Sydney, Den Haag en Bazel leidden tot een
carriere als uitvoerend musicus. Zij werkte als solist, orkest- en
ensemblemusicus met enkele van de meest vooraanstaande
orkesten en kamermuziekensembles van Europa. Naast een
innige samenwerking met Les Musiciens du Louvre, Festspiel
Orchester Göttingen, Cantus Cölln en het Apollo Ensemble
(David Rabinovich) waarmee ze regelmatig in Nederland
concerteert met kamermuziek van de vroege barok tot de
late klassieke periode, treedt zij als gastspeler op bij andere
erkende ensembles zoals het Orkest van de 18e Eeuw en
The Amsterdam Baroque Orchestra.
In haar vaderland Australië treedt zij regelmatig op met The
Australian Brandenburg Orchestra, The Australian Chamber
Orchestra, en het Ensemble Battistin in Perth. In 2012 maakte
zij een tournee van 6 weken door Australië met het romantische blaaskwintet Osmosis, waarvan zij medeoprichter is.
Kate Clark is absoluut een leidende autoriteit op de renaissance fluit. Haar werk en opnames als artistiek directeur van
het Attaignant Consort kreeg veel bijval. De laatste in een serie
van 3 cd’s over de renaissance fluit als consort- en als soloinstrument verschijnt in de loop van 2013 (RAMEE label)
Kate Clark doceert historische fluit aan het Koninklijk conservatorium in Den Haag en is verbonden aan de Pegasus School
voor Oude Muziek in Amsterdam. Zij is een graag geziene
gastdocent aan conservatoria en zomercursussen wereldwijd.
Zij woont in Amsterdam met haar echtgenoot, hoboïst Ofer
Frenkel en hun twee zonen.
33
ludgeruskerk
11
aug Dronten
zo
20.00
Bach Magnifique
Ouverture nr. 4 in D, BWV 1069
Ouverture
Bourrée I / Bourrée II
Gavotte
Menuet I alternativement / Menuet II
Réjouissance
Cantate BWV 110, Unser Mund sei voll Lachens
Pauze
Magnificat in Es Dur, BWV 243a
apollo ensemble
Sopraan 1: Amaryllis Dieltiens Sopraan 2: Lauren Armishaw
Alt: Nicola Wemyss
Tenor: Immo Schröder
Bas: Jelle Draijer
Viool/ leiding: David Rabinovich
Viool: Rie Kimura, Lilia Slavny, Marc Cooper,
Anna Ryu
Altviool: Tamara Mkrtychyan
Cello: Sergei Istomin
34
Contrabas: Robert Franenberg
Trompet: Nicholas Emmerson, Patrice Boileau,
Thomas Lowe
Pauken: Johannes Terpstra
Hobo: Ofer Frenkel, Peter Tabori,
35
Cantate BWV 110
36
1. Koor
Unser Mund sei voll Lachens
und unsre Zunge voll Rühmens.
Denn der Herr hat Großes an uns getan.
1. Koor
Moge onze mond vervuld zijn met lachen
en onze tong met gejuich. Want de Heer
heeft grote dingen bij ons gedaan.
2. Aria T
Ihr Gedanken und ihr Sinnen,
Schwinget euch anitzt von hinnen,
Steiget schleunig himmelan
Und bedenkt, was Gott getan!
Er wird Mensch, und dies allein,
Dass wir Himmels Kinder sein.
2. Aria T
Gij gedachten en zinnen
maakt nu een sprong
en stijgt snel ten hemel
en bedenkt wat God gedaan heeft!
Hij wordt mens en dat alleen
opdat wij kinderen van de hemel zijn.
3. Recitatief B
Dir, Herr, ist niemand gleich.
Du bist groß und dein Name ist groß
und kannsts mit der Tat beweisen.
3. Recitatief B
Aan U, Heer, is niemand gelijk.
Gij zijt groot en uw naam is groot,
Gij kunt dat met uw daden bewijzen.
4. Aria A
Ach Herr, was ist ein Menschenkind,
Dass du sein Heil so schmerzlich suchest?
Ein Wurm, den du verfluchest,
Wenn Höll und Satan um ihn sind;
Doch auch dein Sohn, den Seel und Geist
Aus Liebe seinen Erben heißt.
4. Aria A
Ach Heer, wat is een mensenkind
dat Gij zijn heil zo smartelijk zoekt?
Een worm die Gij vervloekt
als hel en satan om hem heen zijn:
maar ook uw zoon die ziel en geest
uit liefde zijn erfgename noemt.
5. Aria / Duet S T
Ehre sei Gott in der Höhe
und Friede auf Erden
und den Menschen ein Wohlgefallen!
5. Aria / Duet S T
Ere zij God in de hoge
en vrede op aarde
en in de mensen een welbehagen!!
6. Aria B
Wacht auf, ihr Adern und ihr Glieder,
Und singt dergleichen Freudenlieder,
Die unserm Gott gefällig sein.
Und ihr, ihr andachtsvollen Saiten, Sollt ihm
ein solches Lob bereiten, Dabei sich Herz und
Geist erfreun.
6. Aria B
Ontwaakt, gij aderen en ledematen
en zingt zulke vreugdeliederen
die God welgevallig zijn.
En gij, gij eerbiedige snaren
moet Hem zo’n lof bereiden
dat hart en geest zich verheugen.
7. Koraal
Alleluja! Gelobt sei Gott,
Singen wir all aus unsers Herzens Grunde.
Denn Gott hat heut gemacht solch Freud,
Die wir vergessen solln zu keiner Stunde.
Erleuchtet der Mond die krystallnen Flacons.
7. Koraal
Halleluja! Geloofd zij God!
Zingen wij allen uit de grond van ons hart
want God heeft ons heden zoveel vreugde
bereid dat wij die geen moment moeten vergeten. Verlicht de maan de kristallen flacons.
Magnificat, BWV 243a
1. Koor
Unser Mund sei voll Lachens
und unsre Zunge voll Rühmens.
Denn der Herr hat Großes an uns getan.
1. Koor
Moge onze mond vervuld zijn met lachen
en onze tong met gejuich. Want de Heer
heeft grote dingen bij ons gedaan.
2. Aria T
Ihr Gedanken und ihr Sinnen,
Schwinget euch anitzt von hinnen,
Steiget schleunig himmelan
Und bedenkt, was Gott getan!
Er wird Mensch, und dies allein,
Dass wir Himmels Kinder sein.
2. Aria T
Gij gedachten en zinnen
maakt nu een sprong
en stijgt snel ten hemel
en bedenkt wat God gedaan heeft!
Hij wordt mens en dat alleen
opdat wij kinderen van de hemel zijn.
3. Recitatief B
Dir, Herr, ist niemand gleich.
Du bist groß und dein Name ist groß
und kannsts mit der Tat beweisen.
3. Recitatief B
Aan U, Heer, is niemand gelijk.
Gij zijt groot en uw naam is groot,
Gij kunt dat met uw daden bewijzen.
4. Aria A
Ach Herr, was ist ein Menschenkind,
Dass du sein Heil so schmerzlich suchest?
Ein Wurm, den du verfluchest,
Wenn Höll und Satan um ihn sind;
Doch auch dein Sohn, den Seel und Geist
Aus Liebe seinen Erben heißt.
4. Aria A
Ach Heer, wat is een mensenkind
dat Gij zijn heil zo smartelijk zoekt?
Een worm die Gij vervloekt
als hel en satan om hem heen zijn:
maar ook uw zoon die ziel en geest
uit liefde zijn erfgename noemt.
5. Aria / Duet S T
Ehre sei Gott in der Höhe
und Friede auf Erden
und den Menschen ein Wohlgefallen!
5. Aria / Duet S T
Ere zij God in de hoge
en vrede op aarde
en in de mensen een welbehagen!!
6. Aria B
Wacht auf, ihr Adern und ihr Glieder,
Und singt dergleichen Freudenlieder,
Die unserm Gott gefällig sein.
Und ihr, ihr andachtsvollen Saiten, Sollt ihm
ein solches Lob bereiten, Dabei sich Herz und
Geist erfreun.
6. Aria B
Ontwaakt, gij aderen en ledematen
en zingt zulke vreugdeliederen
die God welgevallig zijn.
En gij, gij eerbiedige snaren
moet Hem zo’n lof bereiden
dat hart en geest zich verheugen.
7. Koraal
Alleluja! Gelobt sei Gott,
Singen wir all aus unsers Herzens Grunde.
Denn Gott hat heut gemacht solch Freud,
Die wir vergessen solln zu keiner Stunde.
7. Koraal
Halleluja! Geloofd zij God!
Zingen wij allen uit de grond van ons hart
want God heeft ons heden zoveel vreugde
bereid dat wij die geen moment moeten
vergeten.
37
David
Rabinovich
viool
David Rabinovich studeerde viool aan het Novosibirsk Staatsconservatorium bij Prof. Zakhar Bron, alwaar hij in 1978
afstudeerde. Reeds tijdens zijn studie kreeg hij een aanstelling bij het Philharmonisch Orkest en het opera Orkest van
Novosibirsk. Van 1994-2000 studeerde hij barokviool aan het
Koninklijk Conservatorium te Den Haag waar hij bij Sigiswald
Kuijken en Elizabeth Wallfisch zijn Master of Music diploma
behaalde.
Het werkveld van David Rabinovich is divers en strekt zich uit
over de hele wereld, met verschillende ensembles.
David bespeelt een viool van het Nationaal Muziekinstrumentenfonds, gebouwd door Georg Klotz, ca 1745. David
Rabinovich is de artistiek leider van het Apollo Ensemble.
Kenmerkend is de verfijnde, zangerige strijkersklank, gecombineerd met transparantie en het steeds op zoek zijn naar
dynamische grenzen. Onder zijn leiding groeide het ensemble
uit tot een topensemble waarmee hij de afgelopen jaren een
groot aantal opnames maakte en prestigieuze programma’s
speelde in binnen- en buitenland. Sinds 2008 is hij tevens
artistiek directeur van het Internationaal Muziekfestival
Travelling in Baroque (www.travellinginbaroque.com )
Door zijn grote ervaring als solist, artistiek leider, concertmeester en dirigent wordt David Rabinovich ook vaak gevraagd om orkestprojecten te leiden, masterclasses te geven
en ensembles te coachen.
Zijn jarenlange ervaring en zijn omvangrijke repertoirekennis ,
die diverse stijlen en periodes omvat, leidde hem als vanzelfsprekend naar dirigeren. Hij studeerde bij Neil Thomson en
John Farrer in Londen en aan de Peter the Great Academy in
St. Petersburg bij Jonathan Brett.
38
Amaryllis
Dieltiens
sopraan
Amaryllis Dieltiens studeerde als kind piano en cello maar was
vooral erg sportief geëngageerd als danseres en turnster. Op
17-jarige leeftijd besloot ze de muziek in haar hart toch te
laten spreken en ging zij zang studeren aan het Lemmensinstituut te Leuven bij Lieve Vanhaverbeke. Ze vervolgde haar
studies aan het Conservatorium van Amsterdam bij Margreet
Honig. Daarna specialiseerde ze zich gedurende twee jaar
verder in opera aan De Nederlandse Opera Academie waar zij
in 2006 cum laude afstudeerde.
Na succesvolle vertolkingen van Morgana (Alcina – G.F. Händel), Belinda (Dido & Aeneas – H. Purcell), Tytania (A Midsummer Night’ s Dream – B. Britten) en Nella (Gianni Schicchi – G.
Puccini) tijdens haar opleiding, werd zij een veelgevraagde zangeres in diverse opera’s. Ze zong in haar jonge carriëre Belinda
en second woman (Dido & Aeneas – H. Purcell), Zaïde in de
gelijknamige opera van W.A. Mozart, Venus (Venus & Adonis
– J. Blow), Diana (Siren Song – J. Dove), Giulia (Arminio – H.I.
Biber) … In 2009 debuteerde zij aan de Nationale Reisopera in
Hippolyte & Aricie als Prêtresse & Chasseresse. In 2011 zong zij
de rol van Angelica in Orlando van G.F. Händel olv Jan Willem
de Vriend.
39
Lauren
Armishaw
sopraan
Lauren Armishaw is geboren in Nieuw Zeeland en is daar
afgestudeerd in zowel zang als wiskunde. In 2002 verhuisde
ze naar Nederland waar zij in 2007 haar Masters diploma in
oude muziek behaalde aan het Koninklijk Conservatorium in
Den Haag.
Lauren is een veel gevraagde soliste voor zowel barok- als
klassieke muziek. Zo zingt ze met o.a. Les Muffatti (België),
L’Arpeggiata (Frankrijk) en De Nederlandse Bachvereniging.
Lauren treedt regelmatig op met haar eigen trio Lacrime
Amorose (sopraan/ barokharp/ theorbe) en deJongdeJong+
(harmoniums/vocalisten) waarmee ze recentelijk twee CD’s
heeft uitgebracht: Folksong en Carols. Er staat ook dit jaar
een CD productie met Gesualdo Consort o.l.v. Harry van der
Kamp op het programma.
Als specialiste in oude opera’s vertolkte ze diverse rollen,
zoals Laodice in Siroe (Händel), Susanna in Nozze di Figaro
(Mozart), Venere in Ercole Amante (Cavalli) en Amor Celeste
in La Maddalena a piedi di Cristo (Bononcini).
In 2008 was ze finaliste in zowel het Internationale Musica
Sacra Concours in Rome als het Internationale Canto Barocco
Concours in Napels. Ze was één van de Laureaten van de Nederlandse Vocalisten Presentatie 2009. Zij zong op het Roma
Festival Barocco, het Händel Festival te Karlsruhe en bij Oude
Muziek Festivals in Utrecht, België, Frankrijk en Spanje.
Voor meer info: www.laurenarmishaw.com
In 1840 schreef een geïnspireerde Robert Schumann in één
40
Nicola
Wemyss
alt
De Schotse mezzosopraan Nicola Wemyss behaalde haar
solo diploma zang cum laude aan het Conservatorium van
Birmingham. Vervolgens studeerde ze bij Marius van Altena
en Rita Dams aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag
en behaalde het diploma Uitvoerend Musicus barokzang in
2001.
Nicola Wemyss’ solocarrière begon met het winnen van de
eerste prijs van het Chimay Concours voor barokzang in
2000. Sindsdien is ze regelmatig te gast als soliste bij verschillende ensembles en orkesten.
Nicola Wemyss heeft verschillende CD’s opgenomen
waaronder ‘Sylvia in Ascanio in Alba’ van Mozart en Annio in
‘La Clemenza di Tito’ van Mozart, Dido in ‘Dido and Aeneas’
van Purcell, Dafne in ‘Apollo e Dafne’ van Handel en Diana
in Pan and Syrinx’ van Galliard o.l.v. Jed Wentz en Musica ad
Rhenum voor Brilliant Classics, muziek van Charpentier met
Les Arts Florissants voor Erato, de Händel oratoria Gideon’
(Eliakim), Dejanira in ‘Hercules’ en de eerste vrouw en de
koningin van Sheba Solomon’ met Joachim C. Martini met
het Barockorchester Frankfurt/Junge Kantorei voor Naxos en
muziek van Demantius en Padovano met het Huelgas-Ensemble voor Harmonia Mundi France.
41
Immo
Schröder
Tenor
Tenor Immo Schröder studeerde altviool, piano, zang en
compositie. Aan het conservatorium in Detmold studeerde hij
eerst Muziekpedadogiek en later zang.
Na het behalen van zijn diploma studeerde hij verder aan het
Conservatorium van Amsterdam en nam deel aan masterclasses van Thomas Quasthoff, Peter Schreier, en Dietrich FischerDieskau.
Immo Schröder zong de Oratoria van J. S. Bach in talloze
festivals in Europe, de VS, en Israel, met de Nederlandse
Bachvereniging(Jos van Veldhoven), de Rheinische Kantorei
(Hermann Max), Cantus Cölln (Konrad Junghänel), het Harp
Consort(Andrew Laurence-King), het Ensemble Weser-Renaissance (Manfred Cordes), het Jerusalem Symphony Orchestra
(Leon Botstein), en het Jerusalem Baroque Orchestra.
Schröder voerde ook hedendaagse composities uit, met de
Neue Vocalsolisten Stuttgart en Klangforum Heidelberg. Hij
werd uitgenodigd voor het Stockholm New Music Festival en
de Biennale in Venice. In 2009 zong hij de hoofdrol in “Fatum” by Theo Loevendie met het Nederlands Blazersenemble.
Enkele van zijn opnames: “Sacred Cantatas” by D. Buxtehude
(Solal), “Kapitänsmusik 1744 and 1738” by G.Ph.Telemann
(cpo), „Der Messias“ by Andreas Romberg (cpo).
42
Jelle
Draijer
bas
Tijdens zijn studie Engels en geschiedenis aan de lerarenopleiding V.L.-V.U. in Amsterdam, begon Jelle Draijer met zingen
als hobby en nam hij zanglessen bij zijn tante, Heleen Draijer.
Na twee jaar besloot hij van het zingen zijn beroep te maken
en ging hij naar het Amsterdams Conservatorium waar hij les
kreeg van Erna Spoorenberg en Ruud van der Meer.
In 1977 werd hij lid van het Nederlands Kamerkoor en zette
hij zijn studie bij Heleen Draijer voort. Met het werk in het
koor kwamen er ook steeds meer engagementen buiten
het koor in binnen- en buitenland, waarbij hij werkte met
dirigenten als Frans Brüggen, Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Reinbert de Leeuw, Jos van Immerseel, René Jacobs,
Uwe Gronostay en met verschillende instrumentale en vocale
ensembles waaronder Il Fondamento, het Combattimento
Consort, Tragicomedia, Die Musikalische Companey en het
Gesualdo Consort.
Op een aantal CD opnamen is Jelle Draijer als solist te beluisteren, waaronder die van de Krönungsmesse, de Vesperae
Solennes de Confessore en het Requiem van Mozart met het
Orkest van de 18e Eeuw o.l.v. Frans Brüggen, de Vesperae
Beatae Mariae Virginis en Vespri di San Giovanni Battista
van Monteverdi respectievelijk o.l.v. René Jacobs en Gustav
Leonhardt, de Petite Messe Solennelle van Rossini o.l.v. Jos
van Immerseel, Jetzt immer Schnee van Sofia Gubaidulina
o.l.v. Reinbert de Leeuw, werken van Mazzochi o.l.v. Stephen
Stubbs, alsmede als solist op talloze opnamen van het Nederlands Kamerkoor.
43
Colofon
Stichting internationaal zomerfestival “Travelling in Baroque”
David Rabinovich artistiek leider
Marion Boshuizen zakelijk leider
www.travellinginbaroque.com
[email protected]
0320-227718
Bestuur:
Andries Greiner voorzitter
Annemarie Voogd secretaris
Bert Strijbos penningmeester
Peter Rijsenbrij lid
Frans Loos lid
Riet van der Wee lid
Comité van Aanbeveling:
Aat de Jonge, burgemeester van Dronten
Margreet Horselenberg, burgemeester van Lelystad
Willem van Rappard, oud-burgemeester van gemeente
Noordoostpolder
Fokke Hoekstra, adjunct-directeur Rabobank Noordoostpolder
Henk Tiesinga, dijkgraaf
Peter van Schoten, tekstschrijver
Ronald Spanier, directeur SFB
Ontwerp programmaboek, PR materiaal: Ferry Teunissen
Website: Klaas Lamminga
Fotografie o.a door: Adrie Mouthaan, Ariane James, Lindsey France,
fotostudio Wierd
Duits Buffet : Rudy Pilon
Wijn: Astrid Stoops, www.kijkopwijn.nl
Adressen:
Waterschap Zuiderzeeland, Lindelaan 20, 8224 KT Lelystad
De Hoeksteen, Nagelerstraat 2, 8301 XE Emmeloord
OLV van altijddurende bijstand, Zoudenbalchstraat 2, 8307 BK, Ens
St. Jan de Doper , Noordermeent 2, 8317 AA Kraggenburg
Museum, Ring 23, 8308 AL Nagele
De Verbeelding, Verbeelding 25, 3892 HZ Zeewolde
Ludgeruskerk, Ludgerusplein 2, 8251 GA Dronten
44
Met dank aan / sponsoren
Provincie Flevoland | VSB fonds | Waterschap Zuiderzeeland |
Kijk op Wijn | Apollo Ensemble | Gemeente Dronten
Gemeente Noordoostpolder | Gemeente Lelystad | Gemeente Zeewolde
En met heel veel dank aan de vrijwilligers, zonder hen had dit festival niet kunnen plaatsvinden.